Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 augustus 2024


Dit onbekend-zijn kan ook voortkomen uit gebrekkig hooren of gebrekkig zich-herinneren. De appelen, die wij zijden-hempjes noemen, stammen uit de Engelsche stad Sydenham. Men denke ook aan de uitdrukking "straten voor stegen kennen", die in Limburg, waar men geen stegen kent, wordt: "straten voor steenen kennen"; vgl. mijn opstel in Volkskunde XI, bl. 217.

Hoe men daarover nu ook denke, zooveel is zeker, dat eene kunst, die in haar stervensure nog een monument scheppen kan als de Saint-Jacques van Luik, bewezen heeft recht te hebben op eene eerste plaats onder de hoogste en edelste kunstvormen van alle tijden.

Men denke er dan echter aan, dat de koude koemest hier niet deugt, en men op zwaren grond liefst uitgebroeiden paardemest, die warmer en droger is, moet gebruiken. Heeft men niet anders dan koemest, dan gebruike men dien pas nadat hij minstens een jaar oud, liefst nog ouder, is.

De kat immers is een nachtdier en heeft, door den lichtglans harer oogen in het duister, door haar onhoorbaren gang en nachtelijk gejank, inderdaad iets daemonisch over zich: ook de duivel verandert zich in een kat of kater, men denke aan duvekater en drommekater.

Het Zwevende Schaakbord is geschreven en... een soort humoristisch vervolg geworden op den Midden-Nederlandschen roman van Penninc en Pieter Vostaert. Hoewel in 1350 geschreven, denke men de handeling van den Walewein en ook van mijn Zwevende Schaakbord niet later dan het eerste begin der Elfde Eeuw en dan nog in de regionen der fantazie en niet der werkelijkheid....

Ik heb deeze berichten ontfangen van verscheiden bejaarde Negers, en van verscheiden Indianen, die alle in hunne beschryvingen overëenstemden. Zommigen voegden 'er by, dat deeze dieren zingen, maar ik denke, dat het is een klagend geschrey, zoo als men wel van andere visschen of halfslachtige dieren onder den zonne-keerkring hoort.

Ik wil de getuigenis van mijn oorkunde niet volstrekt wraken. Allard Bentinck was iemand, die, hoewel in menig opzicht van een verlichte denkwijze, ook op godsdienstig gebied, niet te min wel een weinig besmet was met het »bevindelijke geloof", in die dagen door zoovele, overigens heldere koppen aangekleefd. Men denke aan van Beuningen en Swammerdam en, hoewel in mindere mate, aan Defoe.

Men denke zich echter daarbij geen woest tafereel en geene wildernis; de vulkanen zijn allen met gras begroeid, hier en daar met boschpartijen; de valleien zijn akkers en de kraters vruchtbare weiden. Dat men aan een dier kraters den naam van het hoendernest gaf, komt zeer begrijpelijk voor.

Ja, ik wist wel, dat de Jonker niet zoolang voor niet met mij gekegeld had." "'t Is meer geluk dan wijsheid," zeide de Baron. "Kom, Jonker!" vervolgde hij, zich tot Scherpenzeel wendende, lachende: "gij zijt tot nog toe de bol. Toon uw kunst nog eens, opdat de knaap niet denke, dat hij, omdat hij uit verre landen komt, ons allen de baas is."

Nu had de kunst bedacht om door het kiezen van de kleur en de rangschikking der draden en der franje zoowel als door het leggen van knoopen in het koord, zichtbare figuren aan te nemen om er gedachten door uit te drukken. Dit kan wel; men denke slechts aan het oude, telegraphische schrift, dat bestaat uit punten en strepen, die letters vervangen.

Woord Van De Dag

bladopperhuid

Anderen Op Zoek