Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 15 mei 2025
De volgende verzen ontstonden na 't herleezen van Dante's eerste ontmoeting met Beatrice, toen hij bijna neegen en zij acht jaren oud was, zooals beschreeven wordt in "Vita Nuova". Of Beatrice die Bice Portinari geweest is, waarvan Boccacio in zijn Leeven van Dante spreekt is niet zeeker.
Dit schijnt iets zeer ongunstigs, maar hoe zeer zal deze juist niet hebben medegewerkt om Dante's volle gevoel van eigenwaarde, van trots te kweeken, hem aan de dagelijksche beslommeringen van huiselijk en burgerlijk leven te onttrekken, hem het geheele menschelijk leven, waar hij uitgezet was, als een geweldig kunstwerk te doen zien.
Het is de periode die opent met de reeds genoemde groote canzone "Gij Vrouwen edel, die de liefde kent" en het sonnet waarin hij spreekt van de ontwaking der liefde in het "edel hart". Dante's taal is nu oorspronkelijker en machtiger, zijn hart rustiger; hij begeert niet meer haar schoonheid, maar prijst alleen haar deugd en als Amor thans weer al zijn zinnen uitdrijft en hem geheel met de gedachte aan haar vervult, is hij niet langer verbijsterd, maar gelukkig.
Dante's Gedicht is niet maar eene schildering van zijn tijd; het is de schildering van den mensch, in al zijne vermogens en mogelijkheden, in al zijne eigenschappen, zoowel die hem tot de diepste zonde, als die hem tot den hoogsten heilstaat brengen.
Hij is in 't voorportaal, neen, in de hel. In het Engelsch staat: He is in Tartar's limbo; de uitdrukking schijnt aan de Engelschen uit Dante's Goddelijke Comedie gemeenzaam te zijn geworden, men vindt haar meermalen bij Shakespeare en ook in Spencer's Elfenkoningin. De hel was in Sh.'s tijd, en nog een eeuw later de naam van een gevangenis.
Dit is een vraag, waarvoor we altijd blijven staan. Natuurlijk moeten er omstandigheden zijn geweest, die medegewerkt, hebben, of nog liever, die juist dien persoon zoo hebben tegengewerkt, dat hij door die tegenwerking juist er toe kwam zijn krachten in haar vollen omvang te ontplooien. Zoo Dante's ballingschap.
Verdoofd door het onophoudelijk geratel van den telkens hernieuwden donder, die het gansche land doet gelijken op een reuzenaambeeld, dreunend onder de mokerslagen van honderdduizend hamers; verblind door de vuurtongen en de rookwolken, die omdwarrelen door den verstikkenden, benauwenden dampkring; verbijsterd door het schouwspel van al die ijzeren gedrochten, als met ontembare woede ronddraaiende, stampende, op en neer gaande, slaande en snuivende, onder een zwarten met kolendamp en roet bezwangerden hemel, te midden van een landschap, dat u aan een der kringen van Dante's Inferno doet denken: zult ge van dezen tocht een indruk medebrengen, die u nimmer uit de herinnering zal wijken.
Maar er is iets in Dante's gedichten, althans in die welke volgen na de canzone: "Gij vrouwen edel, die de liefde kent", dat hen toch wezenlijk van die zijner voorgangers onderscheidt. En dat is de volkomen synthese van doorleden gevoel en reflekteerende gedachte tot ééne ongescheiden doorlééfdheid.
Dreigt die verbazing niet om te slaan in een medelijdende afkeuring bij de ontdekking dat het Dante's duidelijke bedoeling is aan zijn schijnbaar zoo spontane lyriek een symbolische, en nog wel een theologisch-moreele duiding te geven?
En op deze plaatsen blijkt het sterkst Dante's bewuste opzet om met behulp van zijn later-geschreven, rustig, min of meer stijf en doctrinair proza, zijne van leven sidderende liefdeslyriek voor te stellen als de theologisch-moreele allegorie der ziel die God zoekt.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek