Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 13 juni 2025
Er waren, toen broeder Cipolla deze woorden sprak, twee zeer sluwe jongelieden in de kerk, Giovanni del Bragoniera en Biagio Pizzini. Nadat zij een weinig gelachen hadden over het reliek van broeder Cipolla, stelden zij elkaar voor, hoewel zij met hem bevriend waren hem met die veer een poets te bakken.
Toen hij daar was aangekomen, ging hij op last van frater Cipolla naar de deur van de kerk en begon met kracht de klokken te luiden. Frate Cipolla begon, daar hij er niets van had gemerkt, dat zijn bagage veranderd was, zijn preek en zeide tot staving van de feiten vele woorden.
Broeder Cipolla had hem in de herberg achtergelaten en hem gelast op te passen, dat niemand zijn knapzakken zou aanraken, omdat zich daarin heilige dingen bevonden.
Broeder Cipolla begon met de kolen in de hand op de witte hemden, op de keurslijven en de sluiers der vrouwen de grootste kruisen te trekken, die er op konden staan, denkend, dat hoe meer die versleten, hoe meer ze het kistje met geld zouden vullen gelijk hij meermalen ondervonden had.
Broeder Cipolla had een knecht, Guccio Balena, door anderen Guccio Imbratta en Guccio Porco genaamd. Hij was zoo leelijk, dat Lippo Topo nooit zijn gelijke geschilderd heeft.
Zij wisten, dat broeder Cipolla dien ochtend in het kasteel ontbeet met een van zijn vrienden en zoodra zij hem daar aan tafel bemerkt hadden, gingen zij naar de herberg, waar de monnik was afgestapt na overeengekomen te zijn, dat Biagio den knecht van broeder Cipolla aan de praat moest houden en Giovanni dan onder de bagage van den broeder naar die veer zou zoeken en die stelen.
Toen de dwaze menigte met vrome bewondering alles had gade geslagen, drongen allen naar broeder Cipolla en gaven hem een beter offerande dan gewoonlijk.
Maar Guccio Imbratta, die nog verlangender was in de keuken te zijn dan een nachtegaal op de groene takken en vooral als hij er een dienstmeid zag, had in dien van den waard er een gevonden vet, dik, klein en mismaakt en met een paar borsten, die twee mestmanden leken en met een gezicht, dat aan de Baronci herinnerde, en erg zweetend, smerig en berookt; daarop wierp hij zich als een gier op aas en liet de kamer van broeder Cipolla in den steek.
Broeder Cipolla maakte er dikwijls met zijn gezelschap gekheid over en zeide van hem: Mijn knecht bezit negen eigenschappen en als een in het bezit was geweest van Salomo, Aristoteles of Seneca, was die voldoende geweest om hun deugd, hun verstand en hun heiligheid te bederven. Denk eens na en hij heeft er negen, die er noch deugd, noch verstand, noch heiligheid op na houdt.
Daar hij er veel geld kreeg, had frate Cipolla een der broeders van Santo Antonio de gewoonte er eens per jaar langen tijd heen te gaan, om er de aalmoezen, gegeven door stommelingen, in te zamelen. Hij was er gezien niet minder om zijn naam dan door vroomheid, daar die plaats de best bekende uien voortbrengt van geheel Toscane.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek