Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 31 mei 2025


De naam van Chrétien de Troies heeft voor hen, die de Arthur-sage in haar groei en ontwikkeling hebben gadegeslagen en haar op prijs stellen, een vertrouwden klank! Men moge lang twisten over de meerdere of mindere oorspronkelijkheid zijner gedichten, zijne beteekenis voor de letterkundige en vooral voor de artistieke ontwikkeling der oude Arthur-verhalen wordt er niet minder belangrijk om.

Dat Chrétien deze inzichten niet geheel deelde, staat vast; hij verheerlijkt dan ook slechts in één enkel zijner bewaard gebleven gedichten: "Lancelot ou le Roman de la Charrette" de onwettige liefde en dit gedicht schreef hij op bevel van zijne meesteres, gravin Marie van Champagne.

Wat de Parcival-Graal-sage in het bijzonder aangaat, zijn deze beide geleerden van meening, dat wij in Chrétien den oorspronkelijke schepper hiervan moeten zien.

Een tweetal sagen: de sage van den Leeuwenridder en die van Erec en Enide hebben elk als bron een gedicht van Chrétien de Troies, den Franschen hofdichter uit de 12e eeuw, wiens groote verdiensten voor de ontwikkeling der Arthur-sagen nauwelijks kunnen worden overschat en op wiens werken ik nog meermalen hoop terug te komen.

Wij kunnen dus de plaats, welke "Erec" inneemt onder de dichtwerken van Chrétien, slechts vaststellen aan de hand van toespelingen daarop, voorkomende in zijne andere gedichten.

Geen wonder dus, dat Chrétien, als een rechtgeaard kind van zijn tijd, de hoofsche liefde in zijne werken verheerlijkte en haar maakte tot een kunstig weefsel van fijn uitgesponnen gewaarwordingen en aandoeningen, een teeder spel van wisselende stemmingen, waarbij de spelenden er behagen in schepten zich te wagen in een doolhof van grillen en gevoeligheden, waarin zij soms den weg dreigden kwijt te raken.

Vaak namen schepelingen ingelegde groenten of vruchten mee en behalve de prijs voor 't vat betaalde men dan: voor een half aam ingelegde kool 4 Rijksd. voor een half aam kweeperen 2 of 3 Rijksd. en voor 100 kolen 4 Rijksd. Boter kostte in 't land 12 stuivers maar in Kaapstad 16 stuivers. Appels waren 1 st. per stuk. Mooie peren zoals de »bon Chrétien" 2 st. per stuk; een pond druiven 2 st.

De schrijfster is van meening, dat Chrétien de sage in haren oudsten vorm nooit heeft gekend, dat deze den dichter eerst in haar tweede stadium, toen Parcival reeds de held was en het verhaal reeds eene Christelijke strekking had verkregen, ter oore is gekomen en hij dus geen recht heeft, om, zooals de Duitsche geleerden dit wenschen, als de schepper van het verhaal beschouwd te worden.

Met zekerheid kan gezegd worden, dat Chrétien zijn denkbeeld van eene tooverbron aan Wace heeft ontleend. Dat hij het verder met de geographie in zijn gedicht niet al te nauw neemt, blijkt uit het feit dat, hoewel het hof van koning Arthur in Engeland en de tooverbron in Bretagne is gelegen, er nergens sprake is van eene zeereis.

Professor W. Foerster daarentegen is hieromtrent eene gansch andere meening toegedaan. Volgens hem zijn de begrippen van het "Verliegen" alsook van de innige, echtelijke liefde tusschen held en heldin zuiver Fransche bestanddeelen, die slechts door een Fransch dichter als Chrétien aan het verhaal kunnen zijn toegevoegd.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek