Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 3 mei 2025
»Wat schort u, zuster?" riep de jonge Atossa, eer Cambyzes had uitgesproken. Nitetis was bewusteloos in hare armen neêrgezegen. Zij trachtte haar bij te brengen, door het voorhoofd met wijn te bevochtigen. »Wat scheelt u?" vroeg de blinde Cassandane, als de bruid van den koning na weinige oogenblikken tot zichzelve kwam. »Welk eene vreugde, welk een geluk, o Tachot!" stamelde Nitetis.
Nadat Cassandane kennis genomen had van dien rampzaligen brief aan Bartja, geloofde zij aan de ontrouw van Nitetis, maar volhardde in hare overtuiging omtrent de onschuld van haar geliefden zoon.
Na de harde woorden, waarmede Cambyzes de arme jonkvrouw de deur der zaal had gewezen, wijl haar onverklaarbaar gedrag zijn ijverzucht had opgewekt, was niet de minste tijding van haar toornigen geliefde, van zijne moeder of zuster tot haar gekomen. Sedert zij te Babylon aankwam, was zij iederen dag gedurende eenige uren met Cassandane en Atossa samengeweest.
»Intusschen had Cassandane, door de kunst van den Egyptenaar Nebenchari, het gezicht teruggekregen, eene gebeurtenis die natuurlijk veel bijdroeg, om 's konings zwaarmoedigheid te verdrijven. Wij beleefden goede dagen, en reeds maakte ik plannen om de hand van Atossa te vragen, toen Phanes naar Arabië vertrok, en alles een geheel ander aanzien kreeg.
Aan huilen, schreien, verwijtingen, vloeken, beden en bezweringen geen gebrek! Maar de koning was onvermurwbaar, en ik geloof waarlijk, dat Cassandane en Atossa, Cresus en Bartja naar de andere wereld zouden zijn nagezonden, indien niet de vrees voor de schim van zijn vader den zoon had weerhouden, de hand te slaan aan de weduwe van Cyrus. Althans van woede stond hem het schuim om den mond.
Maar als hij die gelezen had, stonden er tranen in zijne oogen en zijne lippen fluisterden: »De sage van Pandora behelst dan toch waarheid, en ik heb geene reden meer mij te vertoornen op de dichters, die de vrouwen beschimpen . Alle, alle zijn valsch en trouwloos! O, Cassandane, hoe misleiden ons de goden.
»Hoezeer benijd ik u om uwen moed en levenslust," hernam Cassandane met een zucht. »Ik ben jonger dan gij; en toch komt mij iedere dag, voor welks licht de goden mijne oogen gesloten hebben, als een vernieuwde straf der onsterfelijken voor." »Hoor ik de gade van den grooten Cyrus spreken?" vroeg Cresus. »Sedert wanneer is het krachtig gemoed van Cassandane zonder moed en zonder hope?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek