Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 16 juli 2025


Toen ging het in galop tusschen de lage heuvelen door vooruit; niet terug op het spoor, dat zij zelf waren komen rijden, want dat zou een omweg naar het noorden geweest zijn, maar op het spoor, dat de hoofdman en zijn vervolgers in den afgeloopen namiddag gemaakt hadden. Dat spoor liep regelrecht op de streek aan, in welke Butler's boerderij lag, die de Osage had willen bezoeken. In galop!

Nog een korte rit van één minuut, toen werd er halt gehouden, en de lord hoorde het schelle gebengel van een klok. Voor zijn oogen echter was alles nog even donker. "Wat is dat, wat beduidt dat gebengel, en waar zijn wij?" vroeg hij aan Humply-Bill. "Aan de poort van Butler's boerderij," was het antwoord. "Ziet gij dan iets van die boerderij?"

"Honderd dollars voor ieder hunner, heb ik gezegd. Dat is immers goed?" "O ja, opperbest! Het is zeer waarschijnlijk, dat wij morgen of overmorgen Old Firehand zullen aantreffen." "Is het tòch waar? Is het inderdaad waar?" "Ja; want hij wil ook naar Butler's boerderij komen." De vooraan rijdende hoofdman had deze woorden gehoord.

Wat kunnen die twee in het gebergte uit te voeren hebben?" "Misschien is er een mijn ontdekt, die Butler eens wil gaan opnemen." "Neen daartoe is Old Firehand zelf best in staat, vrij wat beter dan de knapste ingenieur." "Zij willen eerst een bezoek brengen aan Butler's broeder, die een prachtige boerderij in Kansas bezit. Die broeder moet schatrijk zijn.

Butler's boek is rijk aan aardige bijzonderheden uit de bijenlegenden van zijn tijd. Hij vertelt ons, dat de koningin-bij "ondergeschikte goeverneurs en leiders" onder zich heeft. Zij onderscheiden zich van de anderen door een soort donkergeel of bruin pluimpje of kwastje, soms vóór afhangend als een struisveer, of ook wel rechtop staand als bij de reigers.

Wat zou hij ons kunnen maken"? Bedenk toch, dat wij hier over de vierhonderd man sterk zijn, die voor den duivel en zijn gansche familie niet in hun schulp zouden kruipen. "Gaan die allen mee naar Butler's boerderij?" "Natuurlijk! Die ligt immers juist op onzen weg. Of denkt gij, dat wij den weg, dien wij gekomen zijn, weer terug moeten?" "Neen, dat spreekt. En wanneer breken wij op?"

De hemel is zoo zwart als een zak vol roet, en van de aarde is geen stipje te zien zoo groot als op den nagel van mijn duim kan liggen; maar toch galoppeeren wij als op klaarlichten dag en langs een gebaanden weg; en ik wil wedden, dat we, eer we zes uur verder zijn, onze paarden halt zullen laten houden voor de poort van Butler's boerderij." "Zoo! He!" riep de Engelschman verheugd.

Woord Van De Dag

estes

Anderen Op Zoek