Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 1 juni 2025
Zoodra die van Utrecht de noodvuren der belegerden hadden bespeurd, deed de Burchtgraaf terstond de reizige-ruiters en voetknechten uit Montfoort en Amersfoort lichten, voegde daar soudenieren en poorters by, en trok, met zijn oom Sweder van Montfoort, Henric van Zuylen van Nyevelt, Dirc van Zuylen van der Haer, Vincent van Swanenburch, en Willem van Wachtendonck, aan het hoofd van 3500 man den belegeraars tegen.
De Bisschop, in 't onzekere over den afloop, had intusschen den Burchtgraaf voor zich doen brengen, en was met dezen overeen gekomen, dat de een des anderen lijf zou schutten, wiens partij ook overwon. De Burchtgraaf hield woord: hy beschermde het leven van den Kerkvoogd, die naar Amersfoort gevoerd en aldaar gevangen gehouden werd.
Toen de Burchtgraaf van Montfoort eindelijk meende den oorlog op grootere schaal te kunnen voeren, besloot hy om zich in de eerste plaats meester te maken van den zetel zijner doodvijanden, de Heeren van IJsselsteyn.
Het moet gezegd, dat de Bisschop daarby hoogst onpartijdig te werk ging: hy kende zich het recht toe, om den Burchtgraaf te ontzetten en hem te doen vervangen wanneer hy zulks goed dacht; de Burchtgraaf hield daarentegen vast, dat hy zich Erf-Borchman op het Slot te Montfoort wist, en dat de goederen, tot het huis behoorende, zijn Erf-borch-leen uitmaakten, altoos, gelijk hy erkende, in dienst van het Sticht.
Intusschen was hier het hoogheerlijkheidsrecht niet onder begrepen, en bleef de Burchtgraaf altijd een der machtigste vasallen van het Bisdom, en van grooten invloed op den loop der Stichtsche zaken. Aanvankelijk liet hy zich daar echter niet veel meê in, en onttrok zich zelfs eenigen tijd geheel en al aan zijn vaderland, door een tocht naar het Heilige Land, van waar hy in 1469 te rug keerde.
De jongste dochter van den Burchtgraaf, die vóor Herman van Woerden Montfoort bezeten had, was nog in leven, en de waardigheid heurs overledenen vaders onvervuld.
De onwil der Clevenaars maakte nu aan het gantsche beleg een einde, want de Burchtgraaf wist zeer wel, dat Frederic te Schoonhoven lag, met een reeds niet onaanzienlijk leger, en slechts nog eenige versterking wachtte, om tot ontzet uit te rukken. Een snelle storm alleen had de stad in zijne handen kunnen brengen.
Vóor dien tijd had hy ook bezittingen in Holland verkregen: de Heerlijkheid Purmerende, die hy in 1431 van den Ridder van Sijl had gekocht. Onder hem raakte ook de verhouding van den Leenheer tot den Leenman, van den Bisschop van Utrecht tot den Burchtgraaf van Montfoort, in eene omgekeerde verhouding van wat zy te voren geweest was.
Het zenden van indaag- en banbrieven, en al wat tot het geestelijk gericht behoort, zal vrij en ongehinderd in het Burchtgraafschap plaats vinden. De Burchtgraaf mocht de tienden niet meer stellen naar zijn goeddunken, maar hy moest ze verpachten, of doen mijnen; hy zou ook niemant meer dwingen zich te Montfoort neêr te zetten.
Eindelijk meende men dat de tijd voor groote handelingen aangebroken was: de Cleefsche hulpbenden zouden weldra opdagen, en in afwachting daarvan, om tot eene bestorming over te gaan, sloeg de Burchtgraaf het beleg voor de stad IJsselsteyn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek