United States or Tanzania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen Reynier van Broechusen in 1481 de stad Leyden voor die partij niet langer behouden kon, maar heimelijk in de nacht vertrok, spoedde hy zich over Woerden naar Montfoort, wel wetende daar eene goede ontfangst te zullen vinden. Hy bedroog zich niet, hoewel de Burchtgraaf afwezig was, en de trouw der Montfoorters terstond op eene zware proef werd gesteld.

Voor het generaal Kapittel verschenen, dat uit vertegenwoordigers van de Geestelijkheid, de Ridderschap, en de Steden van het Sticht bestond, werd de Burchtgraaf door den Bisschop beschuldigd, dat hy zich binnen de banne van Montfoort meer gezach aanmatigde dan hem toekwam; dat hy er het hooggerecht uitoefende; de lieden placht te dwingen, om in de stad Montfoort te komen wonen, en van daar niet weder te vertrekken; en dat hy zich schuldig maakte aan meer andere zaken, strijdende tegen de bisschoppelijke leenheerschappij.

Met hem waren zijn neef Proost Coenraad van Diepholt, de Domproost Sweder van Culemborch, Burchtgraaf Henric, en andere Edelen en Geestelijken, benevens eene bende krijgsvolk. Allen naderden in de grootste stilte.

In 1770 werd in Duitschland de later zoo geleerde en beroemde Kevenhüller geboren. Hij was de zoon van een burchtgraaf en zou hebben kunnen wonen in een groot kasteel en rijden aan de zijde van den keizer, als hij gewild had; maar hij had er geen lust in.

Tot die aanbieding was men overgegaan op raad van den Burchtgraaf, die de noodzakelijkheid van een machtigen bondgenoot al te wel inzag, sedert hy zich overtuigd hield, dat de vrede met Maximiliaan zonder herstelling van den Bisschop onmooglijk werd. Engelbert-zelf was slechts negentien jaar, zijn broeder, Hertog Jan, een machtig Heer.

Wel bood de Bisschop, door de zijnen hierover zeker niet weinig lastig gevallen, terstond de teruggave der pandpenningen aan maar hier had de Aemstellander geen ooren naar; en toen de getergde Bisschop in 't eind de wapenen opvattede, om den valschen Leenman te tuchtigen, riep deze de hulp van zijn waardigen bondgenoot, den nieuwen Burchtgraaf van Montfoort in.

Waarlijk! de vroede, maar al te heerschzuchtige Burchtgraaf had geen beter bondgenoot kunnen kiezen. De Stichtsche zaken werden er evenwel niet gunstiger door.

Zijn zoon, naamgenoot, en opvolger, Filips van Merode, van wien wy niets meer weten, dan dat hy, Vrijheer van Merode en Markgraaf van Westerloo zijnde, in 1628 Burchtgraaf van Montfoort werd, stierf na een twaalfjarig bezit, nalatende Ferdinand Filips van Merode, Vrijheer van Merode, Graaf van Olem, Markgraaf van Westerloo, Burchtgraaf van Montfoort, Heer van IJsselmonde, Ridderkercke, enz.

Te vergeefs beriep de onberaden Burchtgraaf zich thands op den verdragsbrief van 1297: Bisschop Floris wilde, als een voorzichtig Staatsman, een arm knotten, die hem in het midden van zijn eigen gebied meer dan gevaarlijk werd, en thands de machtigste zijnde, maakte hy, als 't gewoonlijk gaat, van die macht misbruik.

De Burchtgraaf maakte zich ook nog in zijn ouderdom by den Bisschop verdienstelijk, want het was vooral aan zijne onverpoosde bemoeiïngen te danken, dat de vrede tusschen Utrecht en Holland in het voordeel van den Prelaat tot stand kwam, en in het laatst van Juli, 1511, met de Landvoogdes Margareta van Oostenrijk gesloten werd. Verder vindt men niets byzonders meer van hem opgeteekend.