United States or Qatar ? Vote for the TOP Country of the Week !


Worstelt de nagedachtenis van den Brusselschen martelaar Anneessens niet immer nog tegen miskenning, twijfel of kleinachting? Zoo insgelijks hebben zij de nagedachtenis der Kerels of geheel uitgedoofd, of slechts verduisterd en bevlekt tot ons laten komen.

Te negen uren nuttigde hij een kom melk, een halven bout, een reigerspasteitje, besproeid met vijf bekers Brusselschen wijn. Te tien uren nam hij eenige pruimen met daarbij wat Orlans-wijn, en bad hij God dat Hij hem steeds voor gulzigheid zou behoeden. 's Middags knabbelde hij als tijdverdrijf eenen vleugel en de stuit van een kieken.

Zeker zal het ook in zijn voordeel zijn geweest, dat hij in zijne werken de Broeders van den vrijen geest zoo fel bestrijdt en "hare quade secte ende beestelike costume" . Tot die secte behoorde waarschijnlijk HEYLWIG, de dochter van den Brusselschen patriciër BLOEMAERTS, wier verdorven geloof door RUYSBROECK openlijk bestreden is.

Inderdaad, dit gebouw werk van den Brusselschen architect Henry Vaes is opgericht

Eertijds gingen dan ook elf reuzen, met verschillende benamingen, in den vermaarden Brusselschen Ommegang, en wel achter de Gilden en Ambachten; thans nog twee: Janneken en Mieke. Ook te Venloo werden van oudsher twee reusachtige poppen rondgedragen, die de stichters van Venloo: "Valuas en z'n vrouw" voorstelden, en wel door het akkermansgilde op Maandag vóor de zomerkermis.

Maar zij sprak hem niet van haar Brusselschen dokter, die haar de morfinedroppels had voorgeschreven, daar zij zich herinnerde, dat Reijer haar nooit een slaapmiddel had willen toestaan. Het was Februari, de koû was snerpend en zij ging nooit uit.

Inderdaad, dit gebouw werk van den Brusselschen architect Henry Vaes is opgericht

Bij dat schouwspel lachten de broeders van de Goede Tronie naar hertelust en legden goedhertig een deel van 't festijn op de teil van de arme blinden, en een iegelijk die een been zocht om er mee te slaan, legde de hand op eene lijster, een kieken, een koppel leeuwerikken, terwijl de vrouwen hun het hoofd achterover hielden en hun Brusselschen wijn lieten drinken, zooveel zij konden.

Daar werden gezien met hunne narren: de Prins van Liefde, van Doornijk, rijdende op eene zeuge, die Astarte hiet; de Koning der Zotten, van Rijsel, die een peerd bestierde bij den steert en achter hetzelve ging; de Prins van Genuchte, van Valencijn, die zich vermaakte met de veesten van zijnen ezel te tellen; de Abt van Vroolijkheid, van Atrecht, die zijn Brusselschen wijn dronk uit eene flesch, in de gedaante van een getijdenboek, en het boek lustig om lezen vond; de Abt der Gevulde Buiken van Ath, die gescheurde kleederen en versleten schoenen aanhad, maar eene worst droeg, met dewelke hij zijn buiksken vulde; de Proost van Onbezonnenheid, jonge knaap, die op een schuwe geit zat en aldus door het volk reed, ten gevolge waarvan hij slagen en stompen in groote menigte ontving; de Abt van den Zilveren Schotel, van de stad Le Quesnoy die, te peerd, gebaarde zich neder te zetten in eenen schotel, zeggende: hoe groot een beest ook weze, het toch kan gebraden worden.