United States or Papua New Guinea ? Vote for the TOP Country of the Week !


De overige zes archonten dragen gezamenlijk den naam van thesmothetai; zij zijn voorzitters bij alle rechtzaken, die niet voor andere magistraten behooren. Nog in den rom. tijd vindt men ath. archonten vermeld. Archytas, Archytas, van Tarente, pythagoreïsch wijsgeer, waarschijnlijk leerling van Philolaus.

"We hebbe the tot githtere gevoederd, 't ith waar," zei de heer Skinner, "maar vanmorge dòrthte' we niet meer, meneer. 't Lawaai dat de wethpe' maakte' vreethelijk, meneer. The vloge net uit dothijne. Tho groot ath kippe.

Daar werden gezien met hunne narren: de Prins van Liefde, van Doornijk, rijdende op eene zeuge, die Astarte hiet; de Koning der Zotten, van Rijsel, die een peerd bestierde bij den steert en achter hetzelve ging; de Prins van Genuchte, van Valencijn, die zich vermaakte met de veesten van zijnen ezel te tellen; de Abt van Vroolijkheid, van Atrecht, die zijn Brusselschen wijn dronk uit eene flesch, in de gedaante van een getijdenboek, en het boek lustig om lezen vond; de Abt der Gevulde Buiken van Ath, die gescheurde kleederen en versleten schoenen aanhad, maar eene worst droeg, met dewelke hij zijn buiksken vulde; de Proost van Onbezonnenheid, jonge knaap, die op een schuwe geit zat en aldus door het volk reed, ten gevolge waarvan hij slagen en stompen in groote menigte ontving; de Abt van den Zilveren Schotel, van de stad Le Quesnoy die, te peerd, gebaarde zich neder te zetten in eenen schotel, zeggende: hoe groot een beest ook weze, het toch kan gebraden worden.

En ik zou denken dat ze, vergeleken bij een gewoon kuiken, ongeveer zes of zeven maal zoo groot zijn..." "'t Wordt tijd dat we opthlag van loon vrage," zeide Skinner tot zijne vrouw. "Hij ith tho lekker ath wat, dat we die kuikes in de tweede ren tho ver gekrege hebbe, zoo lekker ath wat." Hij boog zich vertrouwelijk naar haar over.

Ook Ino kreeg bij Ath. twee kinderen, Learchus en Melicertes, voor de kinderen van Nephele was zij echter eene slechte stiefmoeder en zelfs bewoog zij Ath. hen aan Zeus Laphystius te offeren, maar Nephele zond hun een ram met gouden vacht, waarmede zij uit het land vluchtten.

Nadat hij in het eerste jaar van den oorlog een aanval der Atheners op Methone had afgeslagen en zich sedert meermalen had onderscheiden, wist hij, gesteund door gezantschappen van Perdiccas en van eenige steden op Chalcidice, de ephoren te overreden dat men de Ath. in hun kolonies en bondgenooten moest aanvallen; in 424 trok hij aan het hoofd van een klein leger door Griekenland, en maakte hij, meer door overreding dan door geweld, vele belangrijke steden in Macedonië en Thracië, o. a.