Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 24 juni 2025


Een feit uit de vaderlandsche geschiedenis, by ons volk zoo wel bekend. Die byzondere uitspraak van dezen brabantschen plaatsnaam was dus oudtijds ook te Amsterdam in zwang. De geslachtsnaam Van Wensveen is ontleend aan den naam van het zuidhollandsche dorp Waddinksveen, welke naam in de volkstaal aldus wordt uitgesproken.

Blijkends eene aanteekening in het pastoreele register der gemeente, kocht hy de moerige Peellanden van Gemert van den Brabantschen Hertog Filips, en gaf ze vervolgends voor een pacht van 61 karolusguldens aan de ingezetenen weder uit. Daarna benoemd tot Landkommandeur van Aldenbiesen, werd hy in de kommandery van Gemert opgevolgd door Heer Henric van Eynatten.

De geslachtsnaam Beukenhout komt ook voor als Buekenhaut en Buekenhoudt, in brabantschen form; als Boekhold en Boekholt, in saksischen form; als Bouchout en Bouckhout, in vlaamschen form; verder nog als Boekhout, Bucholtz, enz. Schelfhout komt in Brabant ook als Schelfaut en Schelfhautte voor. Burgerhoudt en Tuinhout behooren mede tot deze groep. Eveneens Van 't Lindenhout en Roegholt.

Het oudste bericht, dat wij van Gorinchem hebben, is in het handvest van den Brabantschen hertog Jan I, waarbij de burgers van Gorinchem, toen een plaats in het land van den Heer van Arkel, tolvrijheid door Brabant verwierven, in 1287. Dit voorrecht werd in 1289 belangrijk uitgebreid, toen graaf Floris V den Gorinchemmers ook tolvrijheid verleende in zijn gebied.

Een dienaar van die soort hebben wij reeds ontmoet in dien knecht van den Brabantschen ridder, Heer GOOSEN VAN VELPEN, die gewoon was "te pipen ende te singhen" en die door zijne onkuische liedjes de harten der maagden prikkelde.

Wat betreft de sage van Breboen en Swane, dien ik hier te wijzen op de meening van Dr. Blöte, waarvolgens de sage van den Brabantschen Zwaanridder drie perioden heeft doorgemaakt: de Boulognesche, de Brabantsche en de Kleefsche. De Boulognesche voorstelling was zelfs in Brabant tot 1322 de alleen heerschende.

Den volgenden morgen vond men op de schuurdeur een koolzwarte hand afgeteekend. Dit is trouwens het eensluidende slot van dergelijke geschiedenissen. Over den Brabantschen Kludde is gesproken. Zulk overgangstype tusschen vuurman en weerwolf vindt men hier te lande in het hêmanneken. Te Hoogland b.v. wordt hij gezien bij ruw weêr en roept aldoor: "hêej, hêej."

Welk een verschil tusschen den Brabantschen boer op den weg met den Hollandschen, Groningschen of Frieschen vergeleken. Geen sierlijke rijtuigen vindt men in Noord-Brabant bij de boeren, waarmede zij uitgaan of naar de stad rijden.

Tijdens den laatsten graaf, Filips II, bestond het graafschap Zeeland uit de eilanden Walcheren, Borsele, Zuid-Beveland, Noord-Beveland, Wolfaartsdijk, Schouwen, Duiveland, Tolen, St. Filipsland, benevens de heerlijkheid Sommelsdijk op Overflakkee en de heerlijkheid Nieuw-Vosmeer en Hinkelenoord op den Brabantschen wal.

De afstand van de Agger aan den Brabantschen wal tot het oude land van Valkenisse bedroeg ongeveer vier uren: een aaneenschakeling van slikken en ondergeloopen land, met kreken doorsneden, 't Was een gevaarlijke tocht, maar het waagstuk werd ondernomen.

Woord Van De Dag

verduldige

Anderen Op Zoek