United States or Jersey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Oosterhout is een vriendelijke, nette plaats, die stadsrechten heeft verkregen in 1809, maar in haar bouw het midden houdt tusschen stad en dorp. De nijverheid bloeit er door verschillende takken van industrie; men vindt er een groote margarinefabriek, een groote bierbrouwerij, leerlooierijen, schoenfabrieken, biljartfabrieken.

Lou stond op de stoep en hield aan de teugels een breed bruin paard. Het was een stevige merrie, zooals er voor de wagens der Heineken's bierbrouwerij loopen, een beest met zware schoften en een verstandigen grooten kop. Op den gladden rug lag een zadel. Het paard zweette van het draven. Bij elk van zijn pooten lag een plasje, dat met dunne straaltjes naar het straatriool liep.

"Ik ben wezen paardrijden," zei Lou. "Paardrijden?... Paardrijden?... Waar heb je dat geleerd?" "Op de bierbrouwerij." "Breng 't beest dan weer terug!" "Wel nee... Je weet toch dat het ons paard is!" "Ons paard?... Hebben wij een paard? Hebben wij... een paard?" "Je hebt me toch geld gegeven om er een te koopen!" "Ik jou geld gegeven... Ben je gek?"

Het Markiezenhof werd tusschen 1470 en 1480 door heer Jan van Glimes, bijgenaamd "Jan met de lippen", gebouwd, die het vorstelijk liet inrichten met eigen bierbrouwerij en broodbakkerij op de terreinen. Ook de latere heeren hielden hier verblijf en trokken van het Markiezenhof dikwijls ter jacht in hun gebied.

De namen dezer havens duiden al aan, waarvoor ze voornamelijk dienden, òf waar de Rotterdammers hun bestaan in vonden. De wijnhandel en de bierbrouwerij waren van zoo groote beteekenis, dat er twee havens naar werden genoemd. Twee andere herinneren ons aan de visscherij; de Scheepmakershaven aan de scheepsindustrie.

Flo schiet naar het raampje: "O, ja, wat romantisch! Daar gaan we eens heen, is 't niet, Vader?" Oom bewondert kalm zijn laarzen en antwoordt onverstoorbaar: "Neen, kindlief, tenzij jullie dorst hebt; het is een bierbrouwerij." Een pauze dan roept Flo uit: "O, kijk eens; daar staat een galg, er wordt een man opgehangen!" "Waar?

De gracht, waar hij kwam, groende weg met oude bollende bruggen en water tusschen de dammen der straat. Eene zij lag in overplassing van krijterig licht, licht op de gevels, bordesjes, ruiten, kozijnen, licht met driftigen goudstraal op koperen knoppen de andere in schaduw van 'n bierbrouwerij, wier schoorsteen 'n reuzenspeer geleek rustend op het zadel naast den maliënkolder.

Voor die wandeling behoeft men de brandende zonnestralen niet te trotseeren. Zij begint aan het einde der zoogenaamde Esplanade, die naar de Place Guillaume voert. Men slaat daar den zoogenaamden hollen weg, chemin creux, achter de Bierbrouwerij in, tegen de helling van den Seitert, links van den weg naar Stavelot.