United States or Côte d'Ivoire ? Vote for the TOP Country of the Week !


Thans was hij, met den belachelijken rattenstaart, die hem nog slechts overbleef, het voorwerp der algemeene opmerkzaamheid en der onaangenaamste bespotting! De straatjongens wezen hem na en vervolgden hem met allerlei zoutelooze grappen. Hij verlangde dus wel naar het einde der reis. Doch waar was dat einde?

De toon van het gedicht is die van de bekende philisterachtige en in den grond zinnelijke vrouwenverguizing: de bespotting van haar zwakheid, de verdachtmaking van haar eer, waarin de gansche Middeleeuwen zich verlustigd hebben.

Tweemaal terwijl ik openlijk terecht stond voor het Bankroetiershof, nog tweemaal terwijl ik openlijk overgebracht werd van de eene gevangenis naar de andere, ben ik in een toestand van onuitsprekelijke vernedering tentoongesteld aan de blikken en de bespotting der menschen.

"Een gevloekte leugen!" viel Adeelen met heftigheid in. "O! dat hebt gij niet gezegd, Ridder Reinout!" zeide Oda: "welke Jonkvrouw zou komen op het verlangen van iemand, die dames uit den weg zet, of het vouwstoelen waren." "Indien men," zeide Adeelen, "hier ten hove slechts genoodigd is om tot een doelwit van bespotting te strekken...."

Hij verstond evenzeer de kunst om zich door een aangenamen omgang bemind te maken bij hen die hij noodig had, als om zijn vijanden onder de geweldige wapenen der bespotting te verpletteren.

O! hij voelde 't nu ook wel, hij had het moeten laten, hij was ziek, hij zag het ook niet vóór zich meer zooals 't had moeten worden, en ook alles om hem heen de hei, de boomen, 't zonlicht was veranderd, drong zich aan hem op als een benauwing die hij toch niet werklijk zag, en 't was als stond dat doek daar nu als een fel-duivelsche bespotting.... Zag hij niet den rug van de oude vrouw zich rimpelend schudden als in sataniek gelach?...

Mannen, die zich inbeelden keizers en koningen te zijn, liepen er in grootsche houding de Markt op en neder, gevolgd door eenen sleep straatbengels; hier zag men er met groote hoeden, suwarows met pluimen op het hoofd en eene houten sabel aan de zijde, die dachten groote veldovorsten te zijn en in schijn een gansch leger aanvoerden; daar groote dames, prinsessen en wat al meer; verder bisschoppen, predikers en anderen, in de drolligste kleeding, die hen aan de algemeene bespotting blootstellen moest.

Dit wordt nu gelukkig beter, doch het verandert alleen door de vordering in economische onafhankelijkheid der vrouwen. Een "ongehuwde vrouw" is thans heel iets anders dan een "oude vrijster". Zie hier de verklaring van de Andromeda-figuur der jonge vouw die misschien-had-kunnen-trouwen, en voor de bespotting en het verwijt waaraan zij bloot staat.

Onroerend goed mochten zij in bijna geen een land bezitten, en het roerende liet men hun slechts een tijd lang, om het hun ter gelegener tijd te kunnen ontrooven. In de meeste landen hadden de Joden geen ander grondbezit, dan het plekje grond, waarop zij hunne dooden begroeven, hunne begraafplaats. Bij de wreedheid voegde men nog de ergste hoon en bespotting.

We kunnen ons echter in 't bezit van slechts weinige "Jan Ligtharts" verheugen. De methode toch is, evenals vele opvoedkundige methoden, gevaarlijk in verkeerde handen. Tot bespotting van den eerste, tot met geweld moeten ingrijpen bij het laatste. En telkens weêr overdacht ik met weemoed "ware dit kind maar dadelijk minder ideaal behandeld."