United States or Malta ? Vote for the TOP Country of the Week !


Heeren ridderen, de Koning Clarioen, hij beschuldigde mij van hem naar het leven te staan om mij meester van zijn troon te maken! Maar hij beschuldigt alle zijne ridderen van hem naar het leven te staan om zich meester van zijn troon te maken! Edele ridderen, dat is omdat hij geen oir en bezit, geen zoon of erfgenamen en hij zijne bruid Ysabele nog niet darf huwen.

Met eenen stillen groet ging de substituut ter kamer uit en daalde de trappen af; maar Frederic liep hem achterna, hield hem in den benedengang staan, greep zijne hand, trok hem in eene zaal en zeide hem met de tranen in de oogen: "Substituut, gij beschuldigt mij in uw hart van boosheid, niet waar?

En als aan deze woorden kracht wordt bijgezet, vat Bodé Volckers met schrik en ontzetting zijn bedoeling en stamelt: "Gij gij beschuldigt mij van smokkelen; daar daar staat slechts een boete op!" "Ja, boete van uw hoofd!" "Smokkelen van kant boete van mijn hoofd gij zijt dronken!" antwoordt de koopman, moed scheppende.

De baard van den hertog scheen nog rooder te worden, vergeleken bij het bleeke gelaat. "Waar is hij?" stamelde hij. "Hij is of was gisteren avond in "De Vechtende Haan", de herberg hier twee mijl vandaan." De hertog leunde achterover in zijn stoel. "En wien beschuldigt gij dan?" Het antwoord van Holmes was verrassend. Hij stapte snel naar voren en tikte den hertog op den schouder.

Hij belooft den nieuwsgierigen waard dat deze den brief mag lezen, dien hij in den afgeloopen nacht vergeefs heeft gezocht, en de waard verraadt nu zijn dochter; hij meent nl. dat Sophie het geld heeft gestolen. Alcest, met deze wetenschap toegerust, hoopt dat Sophie hem nu meer ter wille zal zijn; maar zìj beschuldigt haar vader.

Op een nacht, toen zij lang over Lorenzo had geklaagd, die niet terugkeerde en zij ten slotte schreiend was ingeslapen, verscheen haar Lorenzo in den droom, bleek en geheel ontdaan met verscheurde en bebloedde kleederen en het scheen haar, dat hij zeide: O Lisabetta, gij doet niets dan mij roepen en treurt over mijne lange afwezigheid en gij beschuldigt mij wreed met uw tranen.