Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 4 juni 2025
En toen heb ik veel raadselachtigs gevonden in wat ik vroeger niet raadselachtig en zelfs sympathiek vond ... in Bertie. Je weet, we spraken dikwijls samen, zelfs alleen. Je was soms wat jaloersch, maar daar hadt je nooit de minste reden voor, want er is nooit dat tusschen ons geweest. We waren altijd als broêr en zuster. We spraken veel over jou.
De oude heer deed een flinken dut in een gemakkelijken stoel en Frank keek aandachtig naar de rechte stralen van den regen, die als een eindeloos gordijn van dikke stalen kralen op het fjord afkletterden; Bertie nipte aan een warmen grog en bekeek zijne verlakte muiltjes.
Het waren dagen vol van eene grijze lusteloosheid, die zij daar samen sleten, Frank te rampzalig om uit te gaan, Bertie zachtjes aan komende onder den druk van een vagen angst, eene, niet te formuleeren, onvoldaanheid.
En in die onverschillige verdooving had Bertie een zacht gevoel gekend, eene teedere blijdschap, iets lieflijk heerlijks, dwars door zijne zelfminachting heen: eene blijdschap, dat, nu Frank klappen had gekregen, nu zij moesten werken voor hun brood, hij niet de gedachte in zich had voelen opkomen Frank aan zijn lot over te laten en weg te loopen, omdat de boêl op was. Hij had die gedachte: Frank te verlaten, niet spontaan voelen opkomen, en was er gelukkig om, d
Tachtig pond, eene betrekking als secretaris met vrij wonen op een kasteel, wat zoû het Bertie vroeger als met glans verblind hebben, vroeger in Amerika. En nu ... Beste Frank! sprak hij koel. Ik ben je dankbaar voor je goede bedoelingen, maar doe geen moeite voor mij. Ik kan zoo iets niet accepteeren. Zend je rijtuig maar weg.... Wat! riep Frank, ontzet van verbazing.
Ja, ja, over een uur, een groot uur. Wacht maar. Maar als ik wat voor je doen kan, moet je opdokken, hoor! Dan moet je goed opdokken, hoor! Goed, goed! sprak Bertie. Maar ik vertrouw dat je komt ... Je kómt, nietwaar? De deur kwakte brutaal dicht.
En hij had Bertie op den schouder geklopt, dankbaar voor het kameraadschappelijk leven, dat zij tusschen deze muren genoten hadden en zelfs met een klein beetje medelijden voor dien armen jongen, die zich de genietingen der weelde zoo aangenaam liet welgevallen en die, helaas! geen weelde had.
Toen sprak Bertie en zijne stem smolt van teedere vergoêlijking: Als je er nu één hadt gezonden, zoû je het kunnen denken ... Maar drie brieven aan het zelfde adres. Het is niet waarschijnlijk ... Ik zal er zelf eens naar toe gaan, hernam Frank. Ja, ja, ik zal er zelf maar eens naar toe gaan ... Wat zeg je? vroeg Bertie dof.
Bertie wist niet dat het speciaal voor deze gelegenheid was bewerkt door kapitein Maloe, en hij las er in hoe op 21 September twee leden van de bemanning overboord waren gevallen en verdronken. Bertie las tusschen de regels door, en wist wel beter.
Een oogenblik bleef Bertie staan, eene donkere schim tegen het stille schijnsel der lamp. Toen trad hij nader en hij viel voor Franks bed neêr en legde zijn hoofd op het dek en snikte, snikte. Zeg, ben je dol? Ben je gek geworden? Bertie! Wat overkomt je?
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek