United States or Mozambique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meleddin was de oudste zoon van den Sultan Saphaddin, die gedurende het beleg van Damiate gestorven was. De te voren vermelde verovering der stad Damiate plaatst Beninga verkeerdelijk in het jaar 1229, in de Geschiedenis dezes Kruistogts onder Frederik II.

E. Beninga maakte op de jaren 1492 en 1499 van Fox melding. In eene noot op bl. 362 zijner Hist. van Oostfr. wordt mede, gelijk in onze Kronijk op bl. 138, beweerd, dat de plaats, waar hij vechtende stierf, naar hem Foxhol genoemd zoude zijn; doch te onregt: want reeds in een brief van 1460 komt dit gehucht voor als Vossehol. Zie Tegenw.

Van zijnen jeugdigen leeftijd wordt nergens gewag gemaakt, en op het einde van de XIV eeuw is men het eerst in de geschiedenis zijns gedachtig. Er is eene korte levensbeschrijving van hem in 't Latijn zamengesteld uit Emmius en Beninga.

Staat van Stad en Lande, I. 303, volgg.; Wins. bl. 376 volgg; Schot. XV boek, Beninga, III. B. bl. 490; alwaar over de wreedheden der Saksen, de misleiding door graaf Edzard en zijne vergelding daarvoor van den Gelderschen Hertog in het breede gewaagd wordt. Zie gem. Archief, II. bl. 171-176, en de Aantt. daarop; ook het Nabericht van van Rhyn, bl. 537. Bl. 150. Ao 1515. De zwarte Hoop.

Immers ook de hedendaagsche friesche geslachtsnamen Beninga, Homminga, Idsinga, enz. komen in oude geschriften als Benyngha en Benynghe, als Hummyngha en Idsyngha voor.

O. van Scharl, op 't jaar 1505, geeft den oorsprong op van deze benaming, welke bevestigd wordt bij Schot. bl. 507 en 508, die in zijn XIV en XV boek een zeer omstandig verhaal geeft, van den strijd met Groningen en wat daartoe betrekking heeft. Ook bij Winsemius, Emmius, Petr. van Thabor, Sicco en Eggerik Beninga enz.

In den geslachtsnaam Been kan de friesche mansvóórnaam Bene schuilen, de oud-germaansche naam Beno, welke ook oorsprong gaf aan de patronymikale geslachtsnamen Beninga, Beenenga, Beening, Beens, Beenen, Benes, Benen, enz. De geslachtsnaam Hiel kan zeer wel oorspronkelik deze mansnaam zijn. Spijs en drank en kleeding zijn zaken die eene groote rol spelen in het dageliksche leven der menschen.

Wij evenwel betwijfelen het zeer, en geven liever aan het dichterlijk vernuft van den geestigen Ariosto, aan wien Kempius zijn verhaal ontleende, de eer dezer vinding. Verg. Oudh. en Gest. E. Beninga, in zijne Hist. van Oost-Vriesland op de jaren 1379 en 1380, vermeldt, dat men destijds in de Friesche onlusten zich van buskruid en geschut bediende. Zie Driessen, Mon. Groningana, II. 399.

I. 282 beschrijft kortelijk dezen oorlog voornamelijk naar de verhalen van E. Beninga en Harkenroth gevolgd, bewerende tevens dat het niet de Eenrummers maar de Emersen geweest zijn. Voor de zusters van de Cistercie-orde, opdat de schimmen der verslagenen mogten verzoend worden. Het werd eerst aangelegd by Koevorden aan de A, doch naderhand verplaatst.

Bl. 160. In den jaare 1535. Verg. Wins. fol. 506; Schot. 664 volgg.; Egg. Beninga, die echter zeer onvolledig is in zijn verhaal. O. van Scharl op 't jaar 1535; Gabbema, Verh. van Leeuwaarden, bl. 365 volgg.