United States or Martinique ? Vote for the TOP Country of the Week !


Bij het kroningsmaal van 1380 is het gedrang van toeschouwers, deelnemers en dienenden zoo groot, dat de daartoe aangewezen dienaren der kroon, de connétable en de maarschalk de Sancerre, te paard de gerechten opdienen.

In de veertiende eeuw werd Friesland acht malen gedeeltelijk overstroomd, en wel ten jare 1313, in welke de beroemde Wijbo Sjoerds van Grovestins, voornaam hoofd der Vetkoopers, het leven liet, en op welke overstrooming weder eene pestziekte zoude gevolgd zijn: voorts in 1334, 1336, 1361, 1377, 1380, 1387 en in 1400, de Friesche vloed genaamd, welke van belang is geweest voor de opkomst van Amsterdam, door het aanmerkelijk verwijden van het Marsdiep, het zeegat tusschen Texel en den Helder.

Toen zij het diepst gezonken waren en de nakomelingen van Tamerlan onderling in oneenigheid geraakten, vermanden de Russen zich eindelijk, en nu voor den eersten keer uit eigene nationale kracht, zonder hulp der Germanen of van andere vreemden. Sedert zijn eersten triumf op de Tataren, op het beroemde Kulikow'sche veld aan den Don, in het jaar 1380, begon Rusland van uit zijn hart (Moskou) langzamerhand alle landen, die vroeger tot het rijk behoorden, weder aan zich te trekken. Het meest droeg daar toe bij, dat in dit Moskou, van den beginne af, de grondstelling der ondeelbaarheid van het rijk en der eenheid van het volk, vastgehouden was. In eene reeks gelukkige overwinningen en veroveringen, onder zijne energieke Czaren Iwan den Groote en Iwan den Verschrikkelijke, dreef het de Aziaten over den Don en de Wolga terug, vereenigde het oude, lang afgescheiden geweest zijnde Nowgorod weder met zich, nam onder aanvoering zijner gelukkige Czaren uit het Romanow'sche huis, ook in het westen den Lithauers en Polen hunnen buit stuksgewijze af, en onder zijn grooten Peter den Eerste, den voltooier der Russische nationale macht, sloeg het ook den laatsten inval der Skandinaviërs onder Karel

Het buitendijksche eilandje ten westen der haven, waar reeds vroeg eenige visschers hun woningen hadden gebouwd, was door hen aan de stroomzijde van een zomerkade voorzien. Reeds vóór 1373 had de stad door een brug gemeenschap met dit "Nieuwland", en de stad verkreeg omstreeks het jaar 1380 hierover de vrije beschikking.

Ook hunnen oudsten zoon en opvolger, Aernout, behoeft hier slechts herinnerd te worden. Als Heer van Egmond en IJsselsteyn bewees hy, in 1380, Bisschop Floris van Wevelichoven groote diensten by den oorlog met den overmoedigen Ridder Everaert van Essen, en het beleg van diens kasteel van Eerde.

Vorst Iwan Joerjewitsch, het 13de geslacht na Rurik, ontving in het begin van de 14de eeuw het vorstendom Wolkon, gelegen aan de rivier de Wolkona, die stroomt in het tegenwoordige gouvernement Kaloeka en Toela; dit was het stamgoed van de vorsten van Wolkonski. Zijn zoon Feodor Iwanowitsch viel in den slag bij Mamajeff in 1380.

Bij den staatsiemaaltijd op den wijdingsdag van Karel VI in 1380 dringt Philips van Bourgondië zich met geweld tusschen den koning en den hertog van Anjou op de plaats, die hem als doyen des pairs toekomt; hun wederzijdsch gevolg dringt reeds met roepen en dreigen op, om den twist gewelddadig te beslechten, toen de koning hem sust, door toe te geven aan 's Bourgondiërs eisch.

Wij evenwel betwijfelen het zeer, en geven liever aan het dichterlijk vernuft van den geestigen Ariosto, aan wien Kempius zijn verhaal ontleende, de eer dezer vinding. Verg. Oudh. en Gest. E. Beninga, in zijne Hist. van Oost-Vriesland op de jaren 1379 en 1380, vermeldt, dat men destijds in de Friesche onlusten zich van buskruid en geschut bediende. Zie Driessen, Mon. Groningana, II. 399.

Tijdens de regeering van Lodewijk van Male heerschten er nogmaals groote onlusten in Vlaanderen: een krijg tusschen de burgerij en den adel. De Witte Kaproenen bezetteden in 1380 de vier Ambachten, haalden Ieperen voor hunne zaak over en wonnen bovendien Dendermonde, Aalst, Ninove en Geeraardsbergen. In de maand Maart van het volgende jaar werd de worsteling met nieuwen drift hernomen.

Hij wist men had het hem gezegd dat lang reeds vóór dat kardinaal de Couza, omtrent het jaar 1380, op de misbruiken der Kerk en op de noodzakelijkheid der hervormingen gewezen had, de opstand tegen Paus en de Roomsche Kerk, die zich in onze landen onder verschillende sektevormen geuit had, in de gemoederen borrelde als kokend water in een ketel.