Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 29 juni 2025


Tijdens de regeering van Lodewijk van Male heerschten er nogmaals groote onlusten in Vlaanderen: een krijg tusschen de burgerij en den adel. De Witte Kaproenen bezetteden in 1380 de vier Ambachten, haalden Ieperen voor hunne zaak over en wonnen bovendien Dendermonde, Aalst, Ninove en Geeraardsbergen. In de maand Maart van het volgende jaar werd de worsteling met nieuwen drift hernomen.

Vooraan pakten twee mannen woedend elkaâr om den nek, er werd geschreeuwd, lansen en helmen schoten licht boven de roode, groene, blauwe kaproenen, die rezen en daalden in het gedrang. Aan de overzijde van het plein reed eensklaps een monnik te paard onder de menigte, in de eene hand hield hij een kruis, de andere wees naar het paleis met boos gebaar.

Hier heeft men bovenal de lange schoenpunten of "poulaines", die de ridders bij Nicopolis zich moesten afsnijden, om te kunnen vluchten; dan de ingesnoerde middels, de ballonachtig opgepofte mouwen, die bij de schouders omhoog staan, de houppelandes, die tot op de voeten hangen, en de buizen zoo kort, dat zij de billen zichtbaar laten; de hooge, puntige of cilindervormige mutsen en hoeden, de kaproenen wonderlijk om het hoofd gedrapeerd als een hanekam of een vlammend vuur.

Zij noemden zich Galois et Galoises, en hielden "une ordonnance moult sauvaige", waarvan het voornaamste was, dat zij in den zomer zich warm moesten kleeden in pelzen en gevoerde kaproenen, en vuur in de schouw branden, terwijl zij in den winter niets mochten dragen dan een rok zonder bont, geen mantels of andere beschutting, geen hoed, handschoenen of mof, hoe 't ook vroor.

Die van Meaux brengen een ezel op den muur, om Hendrik V van Engeland te hoonen; die van Condé verklaren zich nog niet te kunnen overgeven, want zij zijn nog bezig hun paasch-pannekoeken te bakken; te Montereau stoffen de burgers, op den muur staande, hun kaproenen af, wanneer het kanon der belegeraars heeft losgebrand.

Wel twee duizend personen trokken in 1380 den jongen Karel VI bij zijn intocht in Parijs tegemoet, allen gelijk gekleed in half groen half wit. Tot driemaal toe zag men in de jaren 1411 tot 1413 heel Parijs plotseling met ander kenteeken getooid: paarse kaproenen met het Andrieskruis, witte kaproenen, dan weer violette. Geestelijken, vrouwen en kinderen droegen ze.

Op een feestvertooning, die La Marche beschrijft, verschijnt een meisje in violette zijde op een hakkenei met een dekkleed van blauwe zijde, geleid door drie mannen in vermiljoenroode zijde met kaproenen van groene zijde. Een voorliefde voor somber-gloeiende en dof-bonte kleurschikkingen schijnt niet te miskennen.

Weldra werd in Gent het gilde der Witte Kaproenen opgericht, aldus genaamd naar hun hoofddeksel. Zij trokken de Stad uit en dreven het werkvolk uiteen dat, tusschen Aalter en Knesselare, aan de nieuwe vaart arbeidde.

Woord Van De Dag

innewaerts

Anderen Op Zoek