Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 22 juni 2025
Het gebeurde hem dikwijls, dat hij op deze wijze aan een ontbijt kwam. Hij noemde dit werk, voor hetwelk hij een bijzonder talent had "de barbiers scheren." Terwijl hij de dame bewonderde en het stuk zeep begluurde, bromde hij binnensmonds: "Dinsdag 't is immers geen Dinsdag. Is het Dinsdag?.. 't Is misschien Dinsdag. Ja, 't is Dinsdag."
Ze nam het geldstukje aan en bleef toen naast den schilder voortstappen met luchtigen pas en een wiegende beweging in de heupen. «Gaat u naar boven," vroeg ze verder, «en wilt u mijn huisje schilderen?" «Misschien wel," was het antwoord. Ze gingen zwijgend voort. Van tijd tot tijd keek de jonge man zijwaarts en begluurde het naast hem voortstappende meisje. Ze hield den kop rechtop.
De zoon, dien het speet van de zwanen te moeten scheiden, hield het hoofd naar den vijver gericht, tot de kromming van een bosschage dien voor hem verborg. Middelerwijl, en tegelijk met de zwanen, waren de twee kleine zwervers den koek genaderd, die op het water dreef. De kleinste begluurde den koek, de grootste oogde den vertrekkenden burger na.
Hij was reeds lang over de zestig jaar toen iemand hem vroeg: "Zijt ge nooit gehuwd geweest?" "Ik heb 't vergeten," antwoordde hij. Zoo 't hem nu en dan gebeurde en wien gebeurt dit niet? te zeggen: "O, zoo ik rijk ware!" was 't niet terwijl hij een meisje begluurde, gelijk vader Gillenormand, maar alleen bij de beschouwing van een oud boek.
Onder het opzeggen dier rijmen begonnen zijn gelaatstrekken te veranderen: de blozende wangen vielen in: het blanke vel des paters werd bruin en vaal van kleur: de ronde buik kromp in: en in de plaats van den gezonden vader Volkert zag Madzy een afschuwelijke gedaante, gelijk aan die, onder welke men den boozen geest afschildert, welke haar tandenknersende van den rand der vensterbank begluurde.
Maar de dame die hem begluurde, had 'n veel aangenamer uiterlyk dan de "oude mevrouw" van de Keizersgracht. Julie Huddewitz, slechts sedert eenige maanden de echtgenoot van Pompile, was 'n jong ding dat nog altyd niet diep genoeg was doorgedrongen in amsterdamsch fatsoen en in de hooge waardigheid van haar gemaal, om precies te weten wat 'n jongsten kantoorbediende niet toekomt.
Terwijl nu Gavroche de wassen dame, de uitstalling en de Windsor-zeep begluurde, draaiden twee knaapjes van ongelijke grootte, tamelijk goed gekleed en veel kleiner dan hij, het eene schijnbaar zeven, het andere vijf jaar oud, bedeesd de deurkruk om en traden den winkel binnen om iets te vragen, misschien een aalmoes, en wel op zulk een jammerenden toon dat het eer een smeeking dan een verzoek geleek.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek