Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 14 juni 2025


De beenige, scherp-getande zaag van een zaagvisch leunt tegen den wand tusschen een rommel vischtuig: schepnetten, werpnetten, drietandige speren, waarmee de visch geharpoeneerd wordt, een boog en bundels visch-pijltjes, die aangespitste nerven van sagoblad zijn. Een bonk sagomeel, in bladeren gewikkeld, hangt aan een stijl.

En toen ze al deze dingen ingepakt had, zette zij haar hoed op, deed haar schort af, bond een nieuwen schoenveter om haar parapluie en na langen tijd aan de deur en het venster geluisterd te hebben, opende zij de deur en trad naar buiten om de gevaarlijke buitenwereld in te gaan. Zij hield de parapluie onder den arm en zij omklemde het pak met twee beenige handen, die niet los zouden laten.

Hij is heuschelijk en echt van "het" leven, hij met zijn verkromd lichaam, met zijn dorgeel hoofd, met zijn beenige, harde, vuile, eeltige vingers. Hij is van het leven in zijn pothuis, zooals er véél anderen van leven zijn.

Zijn broeder Klaas, de zeeman met zijn gebruind gelaat, zijn heldere oogen die goedhartig uit de beenige kassen zien, zijn reeds hier en daar grijs geworden bruin, krullend haar, de baard en snorren om wang en kin, de groote, breede handen, die wel aan een mulat schijnen te behooren, doen terstond in hem den man herkennen, die lang aan weer en wind is blootgesteld geweest.

Het waren een man en een vrouw, of misschien is het juister te zeggen een mannelijk en een vrouwelijk wezen; want de eerste was een van die waggelende, beenige figuren met lange ledematen en doorzakkende knieën, wier juiste leeftijd heel moeielijk te bepalen is terwijl zij nog jongens zijn zien zij er uit als slecht uitgegroeide mannen en als ze bijna man zijn als uit hun kracht gegroeide jongens.

Alle zintuigen zijn voorhanden en tot op zekere hoogte goed ontwikkeld; geen van hen is onbruikbaar, hoewel eenige een eenvoudige samenstelling vertoonen. Het oog verdient in de eerste plaats genoemd te worden, zoowel omdat het naar verhouding zeer groot is, als wegens zijn inwendig maaksel. De vorm en de grootte van de oogen zijn trouwens zeer verschillend; bij alle Vogels, welker gezicht ver reikt, en bij alle, die een nachtelijk leven leiden, komen zeer groote, bij de overige kleinere oogen voor. Een eigenaardigheid van het vogeloog is de beenige ring in het harde oogvlies; deze bestaat uit 12

"Je moe hoeft 't niet te weten, hoor je?" "Nee gromoe." "Koop jij nou maar wat knikkers. Geen snoepgoed, hoor je?" "Ja gromoe." Ze hoorde hem de trappen afbonsen, zooals hij 't altijd dee, twee, drie treden tegelijk. Gauw nou, voor d'r iemand kwam. De hals van 't fleschje rikketikte tegen haar tanden, zóó als de beenige handen beefden. . . . Nou niet meer. Vanavond de rest.

Woord Van De Dag

verheerlijking

Anderen Op Zoek