Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 23 mei 2025
En bij het zwemmen bloeiden telkens hun voeten op, met de zolen rozigend in het zonnegezeef tusschen de neêr zwevende rozebladeren. En glimlachten zij en glansden van welbehagen hun lang gespletene, donkere oogen. Vreemdelingen? vroegen de baders de capsariï, die hielpen met uitkleeden en bewaren van kleeding. Wie weet.... Patriciërs? Jonge patriciërs....?
Vanaf de eerste dagen voelde Virginie zich minder zwak, dank zij de verandering van lucht en de werking der baden. Ze had geen badkostuum en ging in haar hemdje de zee in; Félicité kleedde haar weer aan in een tolhuisje, dat de baders gebruiken mochten. 's Namiddags ging men met den ezel de "Zwarte Rotsen" over, den kant uit van Hennequeville.
Zij lossen zich op in zware regenbuien of vluchten in compacte massa's heen, trachtend zich hier of daar vast te zetten; maar de molens, die steeds maar blijven zwenken en draaien, schijnen ze uit te lachen, net als de baders, die in het water duiken, als men ze roept.
Dat hadden zij zoo geleerd: zoo te wrijven versterkte de stem. Zij wreven elkaâr ook de ruggen, om beurten liggende op den buik, onder de schaduw der rozen, wrijvende de een, speelsch, den ander. Wie zijn jullie? vroegen baders, nieuwsgierig. Wie? deed Cecilius dom. Jij.... Hij? wees Cecilius Cecilianus. En jij? Wie wij zijn? Ja, ja.... Wie wij beiden zijn??
Er klonken verwarde uitroepen; meerdere nieuwsgierigen stroomden zamen, allen in die zelfde richting. Uit de gladiatoren-school kwamen de zwaardvechters aangeloopen; uit het Colosseum de immer daar nog bezige metselaars en architecten; van verder, uit de Baden van Titus, de baders.... Is er oproer? vroeg Colosseros. Is de Keizer vermoord? vroeg de dominus.
Telkens hoorden zij zich in het oor fluisteren door andere baders.... waren daaraan gewend.... wierpen een woord terug, soms smerig, of zij spuugden, ten teeken van minachting voor wie hen noodde.
Bij Herkles, ja, wie jullie beiden zijn? O, wie ik ben? Néen, zei Cecilianus; wie ik ben! Ik ben hij, zei Cecilius. En hij is ik, zei Cecilianus; en samen zijn we wij. Zijn jullie tweelingen? vroegen de baders: er waren oude kerels bij. Of ik een tweeling ben? vroeg, dom doende, Cecilius. Of jùllie tweelingen zijn.... O, of ik een tweeling ben? hield Cecilianus voor den mal.
Ook slaven in de openbare badhuizen, die water aandroegen om de baders af te spoelen en de waschbekkens te vullen. Aquarius, Hydrochoos, het sterrenbeeld de Waterman, waarin men Ganymedes, Deucalion of Cecrops meende terug te vinden. Hij maakt, naar het heet, het jaargetijde somber, want als de zon in dit teeken komt, begint de regentijd. Aquila, aetos.
Wie, ik? vroeg Cecilius. Vraag je wat ik doe? viel Cecilianus in. Ik ben Præfekt van Antiochië, blufte Cecilius. En ik de Keizer van Alexandrië, blufte Cecilianus. En zij rolden over elkaâr van het lachen. Maar de baders begrepen.... Jullie zijn kunstemakers, die voor de Megalezia gekomen zijn, zeiden de baders. Wat doen jullie? Koorddansen? Pff! minachtten de beide jongens. Verbéeldt je! Wij!!
Benodet ligt aan de rivier en aan de zee; de eerste is de Odet, die hier komt, na Quimper te zijn voorbijgestroomd en de baai van Benodet ligt wijd open naar de zee. De burgerij van Quimper komt hier uitspanning zoeken; er zijn veel mooie huizen midden in tuinen en een breed en veilig strand, waar de baders druk aan 't wandelen zijn.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek