Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !


Spoedig werd het midden van de bank voor haar vrij gemaakt, en de zoon des huizes zette zich naast haar neder. Daar lagen, toen het donker was geworden, lachend en pratend, Meid en Knecht. Armelijk woonden zij bij elkander, en kregen vele kinderen. Dat waren kromme en kreupele, plompe, lompe wezens. Zij voederden de zwijnen, groeven turf, en wroetten rond in de aarde.

De enkele groenende plekjes uitgezonderd, bespeurt ge, mijlen ver, niets dan steenen, en geen anderen plantengroei dan een armelijk, laag, grauwachtig struikgewas, bijna niet van den valen bodem te onderkennen. Maar ondanks deze somberheid en deze groote armoede, heeft de natuur van Dalmatië hare schoonheid en bevalligheid.

Men moest zich bukken om te zien wat er onder zat: en dat bleek dan te zijn een stapeltje opgevouwen sarongs klaarblijkelijk Hollandsche import een hoopje ijzerwerk, spijkers, kettingen, hangsloten, of een paar blikken petroleum, met misschien nog wat eetwaar of eenige aarden potten en kannen. Zoo armelijk als het geheele gedoente was, ging het toch vroolijk toe op den pasar.

Dit Rotterdam uit het jaar 1339 moeten wij ons nog voorstellen als een armelijk dorpje, bestaande uit houten huisjes met rieten daken, die verspreid lagen langs Visschersdijk, Middeldam en Oppert. Het telde toen 46 hofsteden, d. w. z. huizen met tuinen en akkerland.

De vlakte is eene onafzienbare hei, zonder eene enkele verheffing van den grond, zonder een enkelen boom, zonder eene enkele stad, op eene uitgestrektheid van misschien honderd mijlen; eene naakte hei, met schraal, armelijk, bruin gras begroeid; en hier en daar met eene verzameling van ellendige leemen hutten, in modder en slijk verzonken, waaraan de naam van dorp kwalijk voegt.

De abt liet zijn kamer openen om in de zaal te gaan en zag toevallig onder het binnentreden als de eerste, die hem in het oog viel, Primasseau, die er tamelijk armelijk uitzag en dien hij van aanzien niet kende Toen de abt hem had opgemerkt, kwam hem onverwachts een slechte gedachte in den geest, die daarin nog nooit was opgerezen.

Dood-eenvoudig, bijna armelijk is, ontdaan van het poëtisch bijwerk en de gevoels-exaltatie, de theologie van Rousseau. Innerlijk gevoel en geweten zijn de beide vleugels waarop de ziel stijgt tot god, vrijheid en onsterfelijkheid.

Vergeleken bij dit ideaal, scheen de individualistische opvoeding aan Rousseau een armelijk surrogaat. Maar waar zulk een demokratische gemeenschap niet bestond, gelijk b.v.

De jongen lag vast in slaap op een armelijk bed op den grond, zoo bleek door angst, verdriet en gebrek aan lucht in zijn gevangenis, dat hij gestorven leek; niet zooals de dood er uitziet in lijkkleed en doodkist, maar in de gedaante, die hij aanneemt, wanneer het leven juist gevloden is; als een jonge, teedere geest juist naar den hemel is gevaren en de grove lucht van de aarde nog geen tijd heeft gehad de stof te veranderen, die door den geest geheiligd werd.

Eens kwam in een kring van een kloeken man en vrouw met zes frissche kinderen, de een voor den ander met den blos van kracht en van gezondheid op de koonen, een armelijk meisje van zeventien jaar om hulp voor haar zieke moeder en zieke zusje vragen. Dat meisje zag er zelve doodsbleek, vermagerd en met blauwe kringen onder de oogen uit. Haast had ze geen kracht, om zich op te houden.