Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !

Bijgewerkt: 22 juli 2025


En meteen voelde zij hoe bedriegelijk en oppervlakkig hare schijn-rust was en hoe 't gevaar aanhoudend en angstwekkend dreigde. Zij keek op de klok. Vier uur weldra. Nu zouden ze zeker welhaast elkander verlaten. Weer poogde zij kalm bij het raam te zitten, maar het hart tikte en popelde van onrust.

Dan zullen er teekenen geschieden: de zee zal zich verheffen, zeegedrochten zich vertoonen en angstwekkend huilen, dan aardbeving, opstanding der dooden; hemel en aarde zullen in brand staan zóó zal de Dag des Oordeels worden aangekondigd. Op de wolken zal dan de rechter komen, die in het dal van Josaphat de menschen zal oordeelen, de goeden met zich voeren, doch de boozen ter helle verwijzen.

Slechts dan als we het dier van boven af beschouwen, het eens een oogenblik zielkundig bestudeeren, en bedenken hoe prachtig de natuur haar voorzorgen genomen heeft om hem alle ellende van een angstwekkend voorgevoel te besparen, kunnen wij ons zijn blijdschap begrijpen. In de eerste plaats mist hij het leed dat wijzelf inwendig lijden, ook door ons medelijden met onze naasten.

Zijne vervolgers waren vijf in getal. "Te laat!" schreeuwden zij, toen zij zagen, dat Peer de brug overging. "Maar deze roover zal in elk geval sterven!" Woest drongen zij op Fulco aan, maar hij verdedigde zich met den moed der wanhoop. Toch was het een hopelooze strijd, hoe angstwekkend zijn zwaard ook door de lucht flikkerde. Maar daar kwam hulp.

Langzaam slopen zij verder, de lange gang door. Hoe zacht zij zich ook bewogen, toch klonken de voetstappen daar hol, en werden door de hooge gewelven angstwekkend teruggekaatst. De grijsaard ging aan de spits. Hij hield zijn adem bijna in. Zijn hart klopte hem onstuimig in de borst. Eindelijk stond hij stil.

Het roffelde aanhoudend, als een verwijderd onweer, maar af en toe met zwaar-bonzende slagen, die eventjes de ruiten deden rinkelen. Dat daver-rinkelen der ruiten was een allerakeligst en angstwekkend geluid. 't Was telkens of 't gevaar eensklaps vooruitsprong, met reuzenschreden. Er kwam een vage woeling in het dorpje. Iets als een windvlaag, die er dreigend overheen streek.

Hij had haar door het raam gezien en hooren binnenkomen en hij was uit zijn leunstoel opgestaan, angstwekkend bleek en mager, met groote, vreemd-glinsterende oogen en een zonderlingen, bijna gepijnigden glimlach op zijn blauwachtige lippen.

Ze was een fontein des bloeds, en niets ging er verloren, het keerde tot de bron weder, waaruit het ten tweeden male, ten derden male, ten duizendsten male ontvlood. Van haar wendde de ongelukkige man zijn blik naar den ketel, die op 't blauwe vuur stond, en welks stank een angstwekkend geheim verborg. "Menschenhoofden," zeide zij. "Ik braad menschenhoofden uit Echt."

'Dat was goed van u, Johannes, zeide hij. 'Zal hij weerkomen? fluisterde Johannes. De Dood schudde het hoofd. 'Nooit. Wie hem eenmaal aandurft, ziet hem nooit weer. 'En Windekind? Zal ik nu Windekind weerzien? Lang keek de sombere man Johannes aan. Zijn blik was niet angstwekkend meer, maar zacht en ernstig, hij trok Johannes aan, als een groote diepte. 'Ik alleen kan u bij Windekind brengen.

We zijn nauwelijks aangekomen of ons vijftal is in frisch buiten-ornaat aan het stoeien. Levendige Nan niet het minst. "Pats," daar ligt ze in den eenigen modderplas, dien er te bespeuren valt. Een verstopt gootje, zijwaarts het huis, had haar dat onheilsplekje bezorgd. "Dat kan ik nu toch heusch niet helpen," jammert ze, angstwekkend.

Woord Van De Dag

1195

Anderen Op Zoek