Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 5 juni 2025
Een kreet van afschuw en verschriktheid ontsnapte mijnen beklemden boezem; ik liep als een krankzinnige rondom de krocht, zoekende naar eene plaats om te ontvluchten of mij te verbergen. Wat ijselijke toestand! Niets: geene opening, geen schuilhoek.... en ik hoorde de menscheneters meer en meer naderen! Eindelijk! mijn oog viel op de geslotene gordijnen der alkoof.
De laatste was half weggedoken in 'n kast, die naast den ingang tot de alkoof in 'n donkeren hoek stond en met lappen gevuld was. Waarschynlyk zocht-i daar naar 't staal van zeker krieuweltje.
Hij lei 't linnengoed op de tafel en haalde uit een andere kast in de alkoof zijn rok, die over een stijven houten hanger hing met slappe mouwen als over de hoekige hooge schouders van een gebocheld man.
Wanneer iemand in de alkoof sliep, was het altaar achter een groot sergen gordijn, dat van den eenen kant der bidkamer tot den anderen reikte, verborgen. Voor dit gordijn gekomen knielde de bisschop en deed een kort gebed.
Het eerste vertrek, dat op de straat uitzag, diende hem tot eetzaal, het tweede tot slaapkamer en het derde tot bidkamer. Men kon uit deze laatste niet komen, zonder door de slaapkamer te gaan, en uit deze slechts door de eetzaal. In de bidkamer was een afgesloten alkoof, waarin een bed, ten dienste van logeergasten.
En hij stak zijn lamp aan en haalde uit de kast in 't alkoof, met moeite, de ouderwetsche mahoniehouten kist, waar de reliquieën in lagen, de brieven en portretten en de ringen van zijn ouders. En toen hij die zag begon hij weer heftig te snikken. Maar 't deed hem toch goed. Pieuse aandoening en weemoed verzachtten zijn smart. Toen zijn snikken bedaarde kwam er wat berusting en vrede in zijn ziel.
Gevoelde zij werkelijk pijn en overwoog zij in die stemming de belangen van het Fundatiehuis? Dit scheen zeker, dat het gaan haar weldra verdroot, evenzeer als de warmte haar hinderde. Zij trad naar de alkoof, en nam uit de daarin voorhanden garderobe een lang kleed van eene fijne witte stof, gemaakt om als een peignoir gedragen en met eene cordelière om het middel bevestigd te worden.
De tafel was het ook gewoon. De tafel in het benauwde kamertje zou onrustig en vreemd gedaan hebben als de kleffe, warme adem er geen doffe plasjes op gestooten had. Nou glom de tafel. Nou was 't weer zóóver in orde. Onder het hoofdkussen in de alkoof zocht ze den sleutelbos.
"Er is niets in," zeide zij. "En 't zilverwerk?" "O! bedoelt gij het zilver?" hernam de bisschop. "Waar dat is, weet ik niet." "Goede God! 't is gestolen; de man van gisterenavond heeft het gestolen." Met haar gewone drift en voortvarendheid, liep de oude Magloire naar de bidkamer; ging in de alkoof en keerde tot den bisschop terug.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek