Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 25 juni 2025
Zoo ook zet men friesche plaatsnamen door achtervoeging van eene a in den tweeden naamval; maakt dus van den plaatsnaam Jellum den geslachtsnaam Jelluma, dat »Van Jellum" beteekent. Ofschoon deze oud-friesche taalform, in de volkstaal reeds in de middeleeuen uitstierf, bleef men toch nog lange daar na op deze wyze geslachtsnamen maken. Zie hier een voorbeeld.
Talrijk zijn deze namen in Friesland juist niet, vooral niet in vergelyking met de geslachtsnamen die uit eenen plaatsnaam met het voorzetsel van samengesteld zijn, en ook met die friesche geslachtsnamen, welke eveneens geformd zijn door achtervoeging van die oud-friesche a, maar dan achter eenen mansvóórnaam. Zie Een en ander over friesche eigennamen, in De Vrye Fries, dl.
Weêr eveneens als de oudste munten die 't meeste versleten zijn, en die in hunne opschriften soms personen- en plaatsnamen vermelden, welke men heden ten dage niet meer kent. In § 91, 101 en 102 worden de hedendaagsche friesche geslachtsnamen vermeld, die door achtervoeging van eene a, van plaatsnamen geformd zijn.
Zoo mede in het westfaalsche Schweigmann, dat ook in Nederland ingeburgerd is. Het oud-friesche woord wald, walt is het zelfde woord als het saksische wold en het algemeen-nederlandsche woud. Van al deze vier formen waarin dit algemeen-aardrijkskundige woord in Nederland voorkomt, zijn er friesche geslachtsnamen, door achtervoeging eener enkele a, afgeleid; namelik Walda, Walta, Wolda en Wouda.
De geslachtsnamen, ontstaan door achtervoeging van eene enkele a achter een algemeen-aardrijkskundig woord, zijn niet zeer talrijk, en komen uitsluitend in onze friesche gouen beoosten Fli voor. Het zijn de friesche tegenhangers, in alle opzichten, van de algemeen-nederlandsche geslachtsnamen, die met het enkele van samengesteld zijn.
Tevens kwam er na den jare 1000 nog eene andere wyze om vadersnamen of patronymika te formen, in zwang; eene andere wyze dan de tot dan toe gevolgde door achtervoeging van ing achter den vaders naam. Immers door veelvuldig gebruik, en uitsluitend in dien form, was het woordje ing in onze taal als 't ware versleten geraakt. Het had by het volk zyne beteekenis verloren; men verstond het niet meer.
In de laatste middeleeuen, van de elfde eeu tot de vijftiende, verloor de taal, die, in zoo verschillende formen door het volk tusschen Schelde en Eems gesproken werd, de macht, de kracht, de eigenschap om, door achtervoeging van ing, ink, inga, van mansvóórnamen patronymika te formen. De beteekenis van dit aanhangsel ging voor het volk verloren.
In de oud-friesche taal wordt de tweede naamval van sommige woorden, vooral van die welke op eene opene lettergreep uitgaan, geformd door achtervoeging van eene a, of door verwisseling der toonlooze e, op het einde van eenig woord, met a.
Nu wil ik gaarne aanstonds toestemmen, dat men zóó kan schrijven dat een vergissing niet ligt mogelijk wordt, doch, waar op den regel de ch voor de t de uitzonderingen gelden: behalve in de regelmatige vervoeging der werkwoorden wier stam op een g eindigt, en, in de zelfstandige naamwoorden door achtervoeging van de te gevormd van bijvoeglijke naamwoorden uitgaande op g; daar mag mijns inziens nog wel déze derde uitzondering gelden: en behalve in de woorden ligt en digt voor niet zwaar en toe die eensluidend als de woorden licht en dicht maar verschillend van beteekenis zijn."
In Friesland komen eenige geslachtsnamen voor, die ware tegenhangers zijn van de namen die uit het voorzetsel van en eenen plaatsnaam zijn samengesteld. Het zijn als 't ware vertalingen van zulke namen in het Oud-Friesch. In het Oud-Friesch namelik wordt eenig zelfstandig naamwoord door achtervoeging van de letter a in den tweeden naamval geplaatst. Zie § 44.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek