Vietnam or Thailand ? Vote for the TOP Country of the Week !
Bijgewerkt: 27 juni 2025
Het inwendige der kerk vertoont nog de lijnen van den schoonen bouw, maar de vroegere rijkdom en schoonheid zijn verdwenen. De muurschilderingen van het gewelf en de wanden, de eerste in 1537 door den schilder Yaiant vervaardigd, zijn onder witkalk verborgen.
Dom Johan I, grootmeester van de Avizorde, door de staten tot koning gekozen, die zijn gunst aan de instelling wilde betoonen, deed de universiteit weer naar Lissabon terugkeeren en bevestigde haar in al haar privileges, terwijl hij haar voor vast in zijn hoofdstad vestigde, waar ze bleef gedurende een tijdsverloop van 160 jaren, namelijk tot 1537.
Te voren was aan deze waardigheid ook het bezit van het Huis en de Heerlijkheid Hoeckelom verknocht geweest; maar daar dit sedert 1481 met Herman van Hoeckelom vervallen was, verbond Karel er andere, nieuwe voordeelen aan, en regelde de inkomsten van het ambt voor goed; 31 Augustus 1537.
Toen Karel V in 1537 besloten had, Provence binnen te trekken, raadde Antonio de Leyva, hoezeer van oordeel zijnde, dat die tocht zijn meester tot groote eer verstrekken zou, hem dien ten sterkste af, en dat met geene andere bedoeling, dan dat de Keizer, de onderneming tot een gelukkig einde gebracht hebbende, er te grooter lof door zou inoogsten, als men wist, dat hij die tegen het gevoelen zijner raadslieden begonnen had.
Niet ver van de Groote Kerk, op de Groote Markt, verrijst het metalen standbeeld van "den grooten Rotterdammer", Erasmus, die in 1466 te Rotterdam geboren was en in 1537 te Bazel overleed. Reeds in 1549, bij de inhaling van Filips II in Rotterdam als erfheer, was de gedachte opgekomen, om den beroemden zoon van deze stad door een standbeeld te huldigen.
Het paard werd in 1537 te Buenos Aires voor het eerst aan land gezet; en daar de kolonie toen eenigen tijd verlaten was, liepen de paarden in het wild. Slechts 43 jaren later, in 1580, hooren wij van hen in de Straat van Magelhaen!
In zijne woede, vernielde hij alle gebouwen binnen de vesting, met uitzondering van het paleis van Pudmani, de vrouw, die de onschuldige oorzaak was geworden van den val van Tsjittore. Aldus de legende, die zekerlijk de historische werkelijkheid heeft opgesierd. De tweede verovering der uit hare puinen herrezen hoofdstad had plaats onder de regeering van Bikramajit, omstreeks 1537.
Achter Les Grandes chroniques de France, ed. P. Paris, IV p. 478. Alain Chartier, ed. Duchesne p. 717. Jean Molinet, Faictz et Dictz, ed. Parijs 1537, f. 80, 119, 152, 161, 170, 194. Coquillart, Oeuvres, I p. 6. Villon, ed. Long-nom, p. 134. Roberti Gaguini, Ep. et or., ed. Thuasne, II p. 366. Gerson, Opera, IV p. 657; ib. I p. 936; vgl. Leroux de Lincy, Le proverbe français, I p. lii.
In 1537 werd de universiteit weer naar Coïmbra overgebracht en verliet Lissabon, om er niet terug te keeren. Daar de instelling zich zeer had ontwikkeld, was het moeilijk een huis te vinden, om alle studievakken in onder te brengen.
Van 1510 tot 1537 reisde hij door Spanje, Italië, Duitschland, Nederland, Engeland en Frankrijk, om geschiedkundige, wetenschappelijke en letterkundige werken te verzamelen. Hij genoot van het bezit dezer schatten en huiverde bij het denkbeeld, ze uit te leenen, uit vrees, dat anderen den band of het papier zouden bederven.
Woord Van De Dag
Anderen Op Zoek