United States or Turkey ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het hoogste goed voor den Geest is de kennis van God en de hoogste Deugd des Geestes is God kennen. Bewijs. Het hoogste wat de Geest begrijpen kan is God, d.w.z. St. St. XXVI en XXVII v.d. Definitie I v.d. St. St. XXIII v.d. Begrijpen is dus de uitsluitende Deugd des Geestes. Derhalve is het de hoogste Deugd des Geestes Gods te begrijpen of te kennen. H.t.b.w. Stelling XXIX.

Na opening van de bijeenkomst met gebed, waarbij Reijmeringer voorging, werd door dezen Lukas II voorgelezen. Daarna zong de kleine gemeente Psalm XXVII:3. Men gebruikte de berijming van Datheen. "Opdat ick daer magh merken en aenschouwen, Heer, uwes huys seer schoone heerlickheyt En den tempel, vry synde van benouwen, Wel magh alsins doorsien met vrolickheyt.

XXXVII v.d. St. XXVII v.d. Derhalve is Medelijden in den mensch, die volgens leiding der Rede leeft, op zichzelf beschouwd slecht en nutteloos. H.t.b.w. Gevolg: Hieruit volgt, dat wie volgens voorschrift der Rede leeft, zooveel mogelijk er naar zal streven niet door Medelijden te worden aangegrepen. Ik spreek hier evenwel uitdrukkelijk van menschen, die volgens leiding der Rede leven. St.

Wie zich iets herinnert, waarin hij zich eens verlustigd heeft, begeert het weder te bezitten onder dezelfde omstandigheden als toen hij zich voor het eerst er in verheugde. Bewijs. St. XV v.d. St. XXVII v.d. H.t.b.w. Gevolg: Wanneer dus één dier omstandigheden blijkt te ontbreken, zal de minnaar zich bedroeven. Bewijs.

Maar "in weifeling houdt" zeg ik voorzoover wij aannemen dat de begeerte wordt belemmerd door vrees voor een ander kwaad, dat hem evenzeer kwelt, zoodat hij niet weet welk van de twee hij zal afwenden. XXXIX en Opmerking St. LII v.d. D. en overigens over Lafhartigheid en Vermetelheid Opmerking St. LI v.d. XLIV. Eerzucht is onmatige Begeerte naar roem. St. XXVII en XXXI v.d.

Doch hetzij zulk een dichter kome of niet, voor ons blijft het gedicht van den vos Reinaerde een kleinood der Dietsche letterkunde, en de nagenoeg onbekende WILLEM een dichter die onder de middeleeuwsche kunstenaars van het woord te onzent geen meerdere en te nauwernood zijns gelijke heeft gevonden. Uitgave van Dr. Roy. de Belgique, T. XXVII, 488.

Welke eene naauwlettende zorg spreekt zich uit in verordeningen, by de Art. XX, XXIV, XXVII, inhoudende: Vee, den eigenaar tot zijn daaglijkschen arbeid noodig, mag voor geenerlei schuld in pand worden genomen.

Over dezen naam staat nog het een en ander, van de hand des geleerden Leendertz en van my zelven geschreven, in De Navorscher, dl. XXVI en XXVII, bl. 361, 561 en 78, 80. Over den mansvóórnaam Mees, eene verbastering en verkorting van den bybelschen naam Bartholomeus, en waarvan de geslachtsnaam Mees kan afgeleid zijn, zie men eenige byzonderheden in De Navorscher, dl. XXVII, bl. 412.

Wanneer iemand iets gedaan heeft dat naar zijn voorstelling anderen verblijdt, zal hij Blijheid, vergezeld van de gedachte aan zichzelf als oorzaak daarvan gevoelen; ofwel hij zal zichzelf met Blijheid beschouwen. Wanneer hij daarentegen iets gedaan heeft dat naar zijn voorstelling anderen bedroeft, zal hij zichzelf met Droefheid beschouwen. Bewijs. St. XXVII v.d. St. H.t.b.w. Opmerking St.

Zie overigens over den oorsprong dier aandoeningen Gevolg I Stelling XXVII en de Opmerking bij Stelling XXII van dit Deel. XXI. Overschatting is uit Liefde beter van iemand denken dan gerechtvaardigd is. XXII. Geringschatting is uit Haat slechter van iemand denken dan billijk is. Toelichting: Overschatting is dus een gevolg of eigenschap van Liefde, evenals Geringschatting van Haat. XXVI v.d.