United States or Pakistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


II. Tot het wezen van een of andere zaak behoort datgene, waarmede deze zaak staat of valt; ofwel datgene, zonder hetwelk die zaak, en omgekeerd, wat zonder die zaak, noch bestaanbaar noch denkbaar is. Toelichting: Ik zeg "innerlijke" om datgene uit te sluiten dat uiterlijk is, namelijk de overeenstemming der voorstelling met het door haar voorgestelde.

In het vervolg zal ik deze beide wijzen om de dingen te beschouwen noemen: kennis van de eerste soort, meening ofwel verbeelding. XXXVIII, Gevolg St. XXXIX en St. XL v.d. Hier zal ik spreken van Rede en Kennis van de tweede soort. Deze soort van kennis leidt uit de adaequate voorstelling van het werkelijk wezen van een of ander attribuut Gods de adaequate kennis van het wezen der dingen af.

In deze omstandigheden moesten de meeningen der reizigers over de hoogte der belangrijkste toppen, over de uitgestrektheid der gletschers en over den algemeenen aard van het bergmassief wel ver uiteenloopen en alle beslistheid missen, omdat ze de uitkomst waren van een meestal vluchtigen aanblik van verre bergen, die voor het meerendeel door ervoor liggende hoogten aan hun voet verborgen waren, ofwel steunden op de bekendheid met een enkel dal en de toppen daar in de buurt.

Berouw is geen deugd, ofwel het komt niet voort uit de Rede. Integendeel, wie een daad berouwt is dubbel ongelukkig of machteloos. Bewijs. Het eerste gedeelte dezer stelling wordt evenals de voorgaande stelling bewezen. Eerst immers laat men zich door zijn lage begeerte, en daarna bovendien nog door Droefheid overmeesteren.

Hier wordt gehandeld over de neutraliteit der niet strijdenden, over bedrog en list, gebruikelijk tusschen oorlogvoerende partijen, alsmede over de leugen en of zij op zich zelf geoorloofd is. De publieke oorlog n.l. is ofwel solemneel of niet solemneel.

Genemuíden, omdat de naam voor hen tot simpele aanduidingsformule is afgesleten; terwijl personen daarbuiten ofwel het oorspronkelijke initiale accent nòg houden, of ook blijven houden, om de plaats van andere op -muiden te onderscheiden, en dus zeggen: Génemuiden.

Een voorstelling evenwel kan bestaan zonder dat zulk een andere vorm van denken gegeven is. Stelling I. Het Denken is een attribuut Gods, ofwel God is iets denkends. Bewijs. Gevolg St. Def. H.t.b.w. Opmerking: De waarheid dezer stelling blijkt ook hieruit, dat wij ons inderdaad een denkend oneindig wezen kunnen voorstellen.

Derhalve is een Begeerte, welke uit de Rede voortkomt, d.w.z. St. Indien dus deze Begeerte bovenmatig kon zijn, zou dus de menschelijke aard, op zichzelf beschouwd, zichzelf te buiten kunnen gaan, ofwel méér vermogen dan hij inderdaad vermag, hetgeen klaarblijkelijk met elkaar in tegenspraak is. Derhalve kan zulk een Begeerte ook niet bovenmatig zijn. H.t.b.w. Stelling LXII.

H.t.b.w. Opmerking: Sommigen meenen dat God een vrije oorzaak is, omdat hij, naar zij gelooven, zou kunnen bewerken dat datgene, hetwelk naar wij zeiden uit zijn aard volgt, d.w.z. datgene wat in zijn vermogen ligt, niet geschiedde, ofwel niet door hem werd voortgebracht.

Maar aangezien er in de eeuwigheid geen wanneer, geen vroeger of later bestaat, volgt hieruit, d.w.z. uit Gods volmaaktheid zelf, dat God nooit iets anders kan besluiten, noch zulks ooit gekund heeft, ofwel dat God niet bestond vóór zijn besluiten, noch zonder hen kan bestaan.