United States or Malaysia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Met moed den Islam te bekampen Is Christenplicht, de wil van God." Haar trouwe speelnoot komt haar troosten: "Wanneer een vijand U genaakt, Houd dapper stand, in 't vast gelooven Dat Deodaat U goed bewaakt." "Hoe kunt Ge uw vriendin beschermen, Wanneer Ge strijdt aan 't Zuiderstrand?" "Indien de nood dringt, zal 'k verschijnen, Daarop mijn ridderwoord tot pand!"

Ga naar de Joden Raquel en Vidas, en vertel hun, dat ik vele kostbaarheden bij mij heb, die ik hun in bewaring wil geven, omdat zij te zwaar zijn, om mede te nemen. Geef hun deze kisten als pand voor wat zij ervoor willen geven.

Pandverbeuren, pandverbeuren! riep de gansche kleine gemeente hem na. Er werden panden verbeurd, gegeven en ingelost. Er moest "gezoend" worden, dat spreekt vanzelf. "Een raadseltjen opgeven." 't Werd niet geraden... natuurlyk. Wie 't wist, mocht het niet zeggen! Dat is by raadsels zoo de gewone konditie. Wat zal de eigenaar van dit pand doen? Op één been staan! Over 'n strootje springen!

Intusschen had de Grootmeester zijne zitplaats ingenomen, en toen de ridders der Orde, weder volgens hun rang, rondom en achter hem geschaard waren, kondigde een luid en lang trompetgeschal aan, dat de rechters zitting genomen hadden. Daarop trad Malvoisin voorwaarts, en legde den handschoen der Jodin, als het pand van den strijd, voor de voeten van den Grootmeester.

Ga nu terstond, neem dezen ring met u, En stel aan jonkvrouw Silvia dien ter hand; Die mij hem gaf, zij heeft mij zeer bemind. JULIA. Gij haar wis niet, dat gij haar pand zoo wegschenkt; Of is zij dood? 80 PROTEUS. Dat niet; ik denk, zij leeft. JULIA. Helaas! PROTEUS. Wat roept gij daar "Helaas"? JULIA. Ik kan niet anders doen dan haar beklagen. PROTEUS. Waarom beklaagt gij haar?

E.M." Dat waren de voorletters die op den ring gegraveerd stonden, dien hij mij op zijn sterfbed gegeven had. E.M.! Ik had aan dien ring een ganschen roman geknoopt; in die letters den naam van een lief, jeugdig meisje gelezen, dat haar jong hart reeds vroeg voor William geopend had! Maar hoeveel aandoenlijker was dit pand eener eenvoudige genegenheid tusschen grootmoeder en kleinkind!

PROTEUS. Hier is mijn hand, als pand van eeuw'ge trouw; 8 Glipt mij op een'gen dag een uur voorbij, Waarin ik niet om u, mijn Julia, zucht, Dan straffe voor vergetelheid in liefde Mij 't volgend uur met zware ramp en nood! Mijn vader wacht mij reeds; neen, antwoord niet! Het is nu vloed; 'k meen niet uw tranenvloed; Die vloed zou mij voorbij mijn tijd doen toeven. Julia, vaarwel!

Hierna verlieten zij het Pand en sloegen elk de weg in die hen naar huis moest leiden. Pieter Deconinck ging alleen en vol bedenken door de Oudezakstraat, om zich bij zijn vriend Breydel te begeven. Hij voorzag de pogingen die de Leenheren doen zouden om hun heerschappij over het volk te herwinnen, en dacht aan de middelen die zijn broederen voor de slavernij moesten bewaren.

"Gij danst vreeselijk slecht", zeide één van den troep, "en hoe eer gij ophoudt, hoe liever het ons zal zijn; maar voordat gij vertrekt, zullen wij u het pand teruggeven, dat gij gisteren avond bij ons hebt achtergelaten."

Welke eene naauwlettende zorg spreekt zich uit in verordeningen, by de Art. XX, XXIV, XXVII, inhoudende: Vee, den eigenaar tot zijn daaglijkschen arbeid noodig, mag voor geenerlei schuld in pand worden genomen.