United States or Madagascar ? Vote for the TOP Country of the Week !


La Marche, II p. 398. La Marche, II p. 369. Chastellain, IV p. 136, 275, 359, 361, V p. 225; du Clercq, IV p. 7. Chastellain. III p. 332; du Clercq, III p. 56. Chastellain, V p. 44, II p. 281; La Marche, II p. 85; du Clercq, III p. 56. Chastellain, III p. 330. du Clercq, III p. 203. Facius, Liber de viris illustribus, ed. 1745, p. 46, bij Weale, Hubert and John van Eyck, p. lxxiii. Dion.

V. D. Bergh beweert in zijn Kritisch Woordenboek op bl. 361, dat zij bekend zijn "in N.-Brabant, Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen, Friesland en het dus genoemde West-Friesland of N.-Holland", en, naar hij, meent, ook in Zeeland. "In het eigenlijke Holland en Utrecht" heeft hij daarvan geen sporen aangetroffen. Zelfs door het riemsgaatje konden zij binnenkomen: Driem.

In 361 was hij zelf consul. De patriciërs klaagden hem aan, omdat hij in strijd met zijne eigene akkerwet, 1000 iugera staatsdomein in erfpacht bezat en hij werd tot eene zware geldboete veroordeeld. In 66, toen Cicero praetor was, van afpersingen aangeklaagd, pleegde hij zelfmoord. In 205 bekleedde hij het consulaat.

Waar is de groote, jonge bezieling en de nieuwe, zuivere vorm? Bazel 1520, p. 146. E. Durand Gréville, Hubert et Jean van Eyck, Bruxelles, 1910, p. 119. p. 361. Alain Chartier, Oeuvres, ed. Duchesne, p. 594. Chastellain, I p. 11, 12. IV p. 21, 393, VII p. 160; La Marche, I p. 14; Molinet, I p. 23. Jean Robertet, bij Chastellain, VII p. 182. Chastellain, VII p. 219. Chastellain, III p. 231ss.

Na den dood zijns vaders ruimde hij, schijnbaar onder den aandrang van zijn leger, een aantal bloedverwanten uit den weg. Twee neven bleven gespaard, Gallus, dien hij later, in 354 na C., toch liet ombrengen, en Julianus, die hem in 361 opvolgde. Door den dood zijner beide broeders werd Constantius in 350 alleenheerscher.

IVe Z. vs. 361. Het woord heeft iets geheimzinnigs; vandaar dat het in sommige onzer gewestelijke streken gebruikt wordt van iemand, van wien het bijgeloof vermoedt dat zijn ziel geen rust heeft en 's nachts op aarde omwaart. Welke beteekenis in het Woordenboek der N.T., niet is opgegeven.

R. 378. Haver (geplette), zoogenaamde "havermout" in karnemelk. Men handelt als in R. 361 voor boekweitegort met karnemelk is voorgeschreven, maar neemt 80

Overgebleven of volgens R. 359, 361 of 362 bereide boekweitegort doet men, als ze goed is uitgedijd, in een vorm, waarin men ze stijf laat worden. Men snijdt de koude gort in dunne reepen, doopt die met de breede zijden in een geklopt ei en vervolgens in geraspt brood en bakt ze aan beide zijden lichtbruin in boter of olie. Boekweitemeelpap.

In een tweegevecht met een reusachtigen Galliër in den oorlog van 361 maakte hij diens gouden halsketen buit en werd sedert Torquatus genoemd. Hij was consul in 347, 344 en 340.

De degelijke en scherpzinnige onderzoekingen van den laatsten geleerde over dit onderwerp zijn gepubliceerd: Romania, XXI, 361 suivv. en XXXIV, 1 suivv. De zienswijze van SUCHIER in zijne Gesch. der Franz. Lit. , p. 45. Zie o.a. Karel ende Elegast, vs. 413 de "scaerde ende vlegghen" in de helmen. Zulke duels komen in de Oudfransche epische poëzie meermalen voor. Zie o.a.