United States or Saudi Arabia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Meer hierover vindt men bij Scheltema, Volksgebruiken der Nederlanders bij het vrijen en trouwen, bl. 270, Driem. Bladen II, bl. 25, 27; 93 vlg. Volgens Reichhardt is de naam eigenlijk heilbier, en hij vergelijkt het Middelhoogduitsche heilwîn. Is deze opvatting juist, dan heeft zich het gebruik eerst naderhand tot scheidingsgebruik ontwikkeld. In Drente kende men eertijds het hanenbier.

V. D. Bergh beweert in zijn Kritisch Woordenboek op bl. 361, dat zij bekend zijn "in N.-Brabant, Gelderland, Overijssel, Drenthe, Groningen, Friesland en het dus genoemde West-Friesland of N.-Holland", en, naar hij, meent, ook in Zeeland. "In het eigenlijke Holland en Utrecht" heeft hij daarvan geen sporen aangetroffen. Zelfs door het riemsgaatje konden zij binnenkomen: Driem.

In het Spaansch leger vóor Haarlem werd het geparodieerd als: Christus is opgestanden, te Haarlem is een buit voorhanden; terwijl van het paaschvuur gezongen werd: Christus is opgestanden, t' avond zullen wij vuren branden. Als hedendaagschen vorm geven de Driem.

Naar dezen vogel zijn dan ook verscheidene Twentsche hoeven benaamd, en deze vindt men steeds aan den heikant. In de volkstaal noemt men de heidebewoners vaak Heettukkers: Driem. Bladen VII, bl. 84; VIII, bl. 51; anders VIII, bl. 92. Laat ik hier terloops aan de zegswijze herinneren: "Ij kommt oet 't land van de Tukkers, woar ze onzen leeven Hèèr "Doe" neumt." Gelderland. Nijmegen: Knotsendragers.

Eindelijk laat ik hier den tekst volgen van de Twee Koningskinderen, zooals men dien thans nog hier te lande aantreft: van het diepst-tragische en wellicht meest nationale onzer oude volksliederen, al berustte het ook op de Fransche kultuurbewerking van een Grieksche sagenstof. Ik ontleen aan Driem. Bladen XI, bl. 46: De twee Koningskinderen.

Ook in het Noorden van ons land is dit instrument bekend en luidt het zeer zeker meest gangbare deuntje: Ik heb al zoo lang met den rommelpot geloopen, Ik heb geen geld om brood te koopen. Rommelpotterij, rommelpotterij, Geef mij een oortje, dan ga ik voorbij. Men bezigt hem ook omstreeks Paschen, Kerstmis en Nieuwjaar; zie Driem, Bladen II, bl. 115.

Het best is deze trek bewaard gebleven daar, waar de huisgemeenschap van menschen en vee het innigst was, nl. op de Oudsaksische hoeve; aldus te Weerdinge en Emmen, dan ook eertijds te Meppel en Hoogeveen. Te Barneveld maakt men een zwarte streep op de linkerzijde van elken korf als teeken van rouw; elders in het Oosten van het land worden de bijenkorven van rouwstrikjes voorzien; zie Driem.

Waarom roept de duif: "Rookoe, rookoe?" De ekster wilde een nest leeren bouwen en vroeg de duif om raad. Deze had echter niet veel lust, van haar wetenschap mee te deelen. Maar de ekster beloofde haar een roode koe, en nu willigde de duif in. De ekster leerde het spoedig, maar weigerde de roode koe te geven. En daarom roept de duif voortdurend: "Rookoe, rookoe": Driem. Bladen I, bl. 71.

Immers de oudste ons bekende tekst vangt aan met de regels: Ic stont op hoghe berghen, Ic sach daer so diepen dal, enz. Zie ook Driem. Bladen X, bl. 54; Volkskunde XXIII, bl. 15.

Kinderen met een dubbele kruin worden knap of koppig. De roodharigen zijn "van God geteekend" en staan aan plagerij en bespotting bloot: "Rood haar en elzenhout groeien op slechten grond", meent het volk. Zie Prof. J. W. Muller, Volkskunde XIX, bl. 8; Prof. Verdam, Handel. en Mededeel. v. d. Maatschappij der Nederl. Letterkunde te Leiden 1897 98; H. Heuvel, Driem. Bladen II, bl. 8.