United States or Taiwan ? Vote for the TOP Country of the Week !


De geschiedenis weigert echter terecht of ten onrechte aan te nemen, dat slechts nuchtere politieke overwegingen Graaf Julianus tot deze onwaardige daad brachten, en zij geeft een veel romantischer verklaring van zijn verraderlijke handelwijze: Roderick zou dan een slecht en ontaard vorst zijn geweest.

Toen de stoet dichterbij kwam, herkende Roderick tot zijn verbazing in den aanvoerder Graaf Julianus, die hem naderde met groot eerbetoon, hem de hand wilde kussen, en zich, zijn verraad volledig bekennende, aan den wraak en de rechtvaardigheid van den Koning overgaf.

Toen nu een van dezen, een zekere Eusebius, in een onderhoud met den prins de logica en de dialectiek voor "het werkelijk zijnde" verklaarde, de magische kunsten daarentegen, "die de zintuigen bedriegen en betooveren", voor het werk van "wonderdoeners en van diegenen die in hunne uitzinnigheid en razernij tot zekere stoffelijke machten vervallen", wilde Julianus er meer van weten, en ten slotte zeide Eusebius: "Er is een zekere Maximus, een van de oudere en goed onderrichte toehoorders; deze veracht ten gevolge van zijn groot vernuft en de uitnemendheid van zijn redeneervermogen de bewijzen in de logica en is tot zekere uitzinnigheden vervallen.

Midden onder zijn groote werk aan Brand, Peer Gynt en Julianus den Afvallige, had de dichter een politieke comedie geschreven, het Verbond der Jeugd , en reeds vroeger wat kan men de Comedie der Liefde, als geheel genomen, anders noemen dan een satire?

Maar Roderick, die een nieuwe duivelsche list vermoedde, schudde het hoofd en verzocht Julianus zelf het opperbevel over het Gothische leger te aanvaarden, daar zijn gelofte hem niet toestond zich langer met wereldsche zaken bezig te houden.

Dat geschiedde met Eugenius, Eladio, Ildefonso en Julianus; onder de gewelven der kerk kwamen de conciliën samen, waar de gothische monarchie haar wetten gaf en zich in theologische haarkloverijen verdiepte, terwijl de Arabier in den galop van zijn snel en vurig paard al meer naar het westen den teugel wendde.

Hij ontbrandde in een hevige hartstocht voor Cava, de jonge en schoone dochter van Graaf Julianus, en verleidde en onteerde haar.

Het onderwerp van Julianus den Afvallige lokte hem aan, den keizer die op de samenkomst van twee wereldwegen stond, Keizermacht en Christendom: hier, de oude wereld door het Romeinsche Keizerrijk tot een eenheid gebracht en gevormd; daar, de nieuwe Christelijke wereld, haar eenheid zoekend in een beginsel hooger dan de menschengemeenschap; den keizer die, als in morgenschemering gehuld, het matte oog gericht hield op een nevelige toekomst waarin het hoogere beginsel, met de menschenwereld verzoend, een nieuweren vorm van beschaving en gemeenschap zou vestigen.

De kronieken vermelden de gruwelijke verdorvenheid van Don Roderick, en zij verhalen hoe de door Julianus aangestookte inval der Mooren den karakterloozen Koning als een donderslag trof. De strijd met de Saracenen wordt beschreven, en de vlucht van Roderick wordt in de somberste kleuren afgeschilderd.

Gij echter moet niets van die dingen bewonderen, zooals ook ik dat niet doe, maar gelooven dat de reiniging door middel van de rede iets van belang is". Maar Julianus, dit hoorende, riep uit: "Vaarwel, en houd U aan de boeken; mij echter hebt gij den man genoemd, dien ik zocht."