United States or Spain ? Vote for the TOP Country of the Week !


DISSEL. Komaan dan, ons stuk is: de zeer jammerlijke comedie en zeer droevige dood van Pyramus en Thisby. SPOEL. Een mooi stuk werk, dat verzeker ik je, en een grappig ook! Kom, goede Pieter Dissel, roep nu de spelers op, bij 't lijstje af. Mannen, wat uit mekâar, op een rij! DISSEL. Geeft antwoord, als ik je opnoem. Klaas Spoel, de wever! SPOEL. Hier. Zeg nu, welke rol ik heb, en ga dan voort.

Ik zal in den tusschentijd een lijst maken van de benoodigdhedens, die er voor ons stuk niet zijn. Nu, mannen, ik verzoek je, laat me niet in den steek! SPOEL. We zullen maken dat we er zijn, en daar kunnen wij in 't geniep en vrijmoedig onze rippetitie houden. Doet je best maar en kent den boel! Atjé! DISSEL. Bij den hertogseik dan, daar komen we bij mekaâr.

Schrijf maar een voorafspraak, of proloog; en in die voorafspraak moet zooveel als gezegd worden, dat we geen kwaad zullen doen met onze zwaarden, en dat Pyramus niet wezenlijk doodgestoken wordt; en om er nog meer gerust te stellen, zeg haar, dat ik, Pyramus, niet Pyramus ben, maar Spoel de wever; dat zal er heelemaal op haar gemak zetten.

Maar hij gaf zijne pogingen niet op. Nacht en dag hielden zijne gedachten zich met dezelfde zaak bezig, en 't was hem ten slotte onmogelijk over iets anders te denken dan over zijne machine. Zoo ook nu weer voor het raam van den linnenwever. Hij volgde de eentonige beweging van de spoel, en was in diepe gedachten verzonken. Telkens mompelde hij zacht iets voor zich heen.

't Was hem aan te zien, dat zijn geest in heftige beroering was. Zijne handen beefden en zijne oogen schitterden. "Juist, zoo kan het, zoo kan het!" mompelde hij snel. "Wanneer die spoel met een naald zoodanig in wisselwerking kan worden gebracht, dat bij iederen gang heen en terug, een knoop wordt gelegd, dan ha, dan was het gevonden. Maar, dat mòèt kunnen, dat mòèt kunnen!"

Vooreerst, Pyramus moet een zwaard trekken om zijn eigen te dooden; en dat kunnen de dames niet verdragen. Hoe zul je dat verantwoorden? TUIT. Sapperment, dat is een kwaad ding! SLOKKER. Ik geloof, dat wij, alles wel beschouwd, dat doodsteken er maar uit moesten laten. SPOEL. Neen, geen zier er uitlaten; ik heb een inval om alles in den haak te brengen.

Op een hooggelegen weiland, bij een onmetelijk diepen afgrond waren eenige meisjes bezig met spinnen, terwijl zij haar vee hoedden, toen een oude, vreemd uitziende man met een witten baard, die hem tot aan den gordel reikte, naderde en tot haar sprak: "O, schoone meisjes, neemt u in acht voor den afgrond, want indien een uwer haar spoel van de klip zou laten vallen, dan zou haar moeder op hetzelfde oogenblik in een koe veranderen!"

TITANIA. Ge zijt zoo wijs, als gij bekoorlijk zijt. SPOEL. Och neen, dat ook al niet. Maar als ik nu maar wijsheid genoeg had om uit dit woud te komen, dan had ik genoeg om het er mee te stellen. TITANIA. Neen, neen, geen vlucht; ziedaar wat ik verbied; Gij moet hier blijven, of gij wilt of niet.

De ijzeren assen draaiden boven, de drijfriemen snelden, de wielen liepen en de houten armen rukten met schokken, dat de spoel klettrend vloog. Maria stil en lieflijk in haar werk, zooals een bloem tusschen het ijzer. En haar handen waren fijn, en hare oogen keken zoo lieflijk als druppelen water.

En nadat het drietal nog eenmaal het fraaie lied van Boele van Hensbroek nu ook met het eerste vers gezongen hadden vroeg de grootvader: »Van eene KoningsvrouweLied voor eene zangstem. Woorden van P. A. M. Boele van Hensbroek. Muziek van Arnold Spoel. Uitgegeven bij G. H. van Eck te 's Gravenhage. »Weet jullie het nog, kinderen, hoe op 31 Augustus 1898, wijlen Ds.