United States or Jordan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Toen Thonarr weer: "Zeg mij, Weetal, o, ik twijfel niet, of ge zult het mij zeggen met welken naam wordt in iedere wereld de nacht genoemd." En Weetal: "Bij menschen nacht en nevel bij goden, masker bij wijze Wanen, lichtloos noemen de Reuzen hem, slaaplust de Alfen, wij, dwergen: wever van droomen." Thonarr keek weer naar het Oosten, waar nu een lage lichtstreep lag.

Als een toer is afgewerkt, wordt het met behulp van een kam door de schering heen dicht tegen de rest van het weefsel gedrukt. De wever ziet het patroon niet onder het werken, want hij zit met den verkeerden kant van het weefsel naar zich toe. De weefgetouwen staan meestal in een overwelfd vertrek onder den grond, vaak met een stroompje van water er middendoor.

Eindelik nog Swevers, de zoon van den wever, en 'S Heeren, de zoon van den heer. By de andere namen, die eveneens met dit des zijn samengesteld, wordt meestal die versletene form 'S onmiddellik, als gewone S, aan het hoofdwoord verbonden, en schrijft men, ten onrechte, Smulders Swolfs, enz. Zie ook Sgraeuwen, Sgraauwen en Sgrauen.

Toen zij terugmarcheerden, kwam de wever Stahl bij den baljuw en vroeg: "Met uwe permissie, mijnheer de baljuw, mag ik mijne piek wel een beetje in uw' wagen leggen?" "Zeer gaarne, mijn vriend."

En weder is voor de arme vrouwen een treurig tijdvak van lijden en tranen aangebroken. Op eenen Maandag morgen had Simon al vroeg zijn zolderkamertje verlaten. «Zoek eene andere woninghad hij zijne vrouw toegesnauwd, «bij den hoogmoedigen wever blijf ik niet langer inwonen

"Juffrouw Stahl," sprak mamsel Westphalen naderhand tot de vrouw van den wever: "gij weet dat ik mij altijd heb geërgerd over den lossen mond van Fiek; maar geen engel zou mij in dit oogenblik getrouwer hebben kunnen bijstaan, dan zij met haar kijven.

"Heer, om niet op de vele vragen te moeten antwoorden, die de gerechtigheid iedereen voorlegt," antwoordde de vreemde. "Wat is uw beroep?" "Ik ben wever." "Wat weeft gij?" "Lanspunten, met uwer genades permissie." "Ei, ei, ge lijkt mij een rare snaak toe; ge wilt u er zeker met een grap afmaken," zeide Sancho. "Maar 't is goed. Zeg, waarheen waart ge nu op weg?"

"Dit heb ik reeds overlang gedacht," antwoordde de Kanselier Pierre Flotte, "want hij beziet ons als een wolf en luistert als een haas." "Ha! Ha! Nu weet ik wie het is," riep De Chatillon. "Hebt gij nooit horen spreken van een wever met name Pieter Deconinck die te Brugge woont?"

Alhoewel zij de bekwaamheid van de Deken kenden, konden zij met moeite zich overtuigen dat een wever, een man uit het gemene volk, met zoveel vernuft kon begaafd zijn. "Gij hebt meer verstand dan wij allen," riep Diederik de Vos, "ja ja, dit zij zo gedaan, wij zijn sterker dan wij dachten. Nu verdraait het blad; ik geloof dat de Fransen zich hun komst zullen berouwen."

Het werd eene predicatie, als had zij geen' zeerob maar een' wever tot neef gehad, Janmaat zou er zich geene zier om hebben bekreund, was Hanna niet zoo spoedig opgestapt, had Hanna maar van tehuisbrengen willen hooren!