United States or Turkmenistan ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij gaat veilig als een kind. Wie is wel beter bewaard dan die door God zelf bewaard wordt! Vroeger is zij altijd teruggekomen." Zoo is de stoet der zoekenden door de bosschen ten oosten getrokken, die Nygaard van de vlakte scheiden. Nu, den derden dag, trekken zij voorbij de kerk van Bro, naar de bosschen ten westen van Ekeby.

Hij houdt zich in die streek bij den berg op, waar 't meisje van Nygaard gevonden is. En nu kwam ik op de gedachte, dat ik niet naar Ekeby hoef te gaan om hulp te halen. Hier zitten zooveel flinke mannen, die hem gemakkelijk zullen vinden." "Ga dan toch heen, kerels!" barstte de landloopster uit. "Als de gravin zich niet te goed rekent om jelui een dienst te vragen, moet jelui dadelijk gaan!"

De warmte en de rust en het eten en de brandewijn doen hun geweldige opgewondenheid bedaren. Zij beginnen te lachen en te schertsen; zij vieren het begrafenisfeest van het meisje uit Nygaard. Wee hem, die niet drinkt en schertst bij het begrafenisfeest; dat is in de eerste plaats noodig. Kinderen vallen aan op de massa's vruchten, die hen gebracht worden.

Zij vliegen op en slaan de grendels voor de deur naar de vestibule. Maar wat kunnen zij uitrichten tegen de vooruitdringende schare? De eene deur na de andere wordt opengerukt. De kavaliers worden teruggedrongen; zij zijn ongewapend. Zij worden in de dichte menigte ingesloten, zoodat zij zich niet kunnen bewegen. Het volk wil naar binnen en het meisje van Nygaard zoeken.

"Zij heeft zeker door 't bosch geloopen tot vandaag toe. Ze heeft zeker voor ons willen vluchten en is toen van de rots gestort." Maar als dit het meisje van Nygaard is, wie is dan zij, die uit Ekeby naar buiten gedragen wordt? De stoet uit het bosch ontmoet den stoet uit het huis. De vuren op de hoeve vlammen nog. Het volk kan de twee vrouwen zien en herkent ze.

Gösta bracht daartegen in, dat hij zijn schatten zoo goed verstopt had, dat niemand ze had kunnen vinden; maar Sintram lachte en zei, dat ze tusschen de duivennesten in den toren van Broby verborgen waren. Toen ging hij heen. Gösta ging toen het bosch in. 't Liefst wilde hij sterven op de plaats, waar het meisje van Nygaard gestorven was. Hij had daar den heelen middag rondgezworven.

De lente is het niet, die buiten zijn hol ruischt en buldert; ook de wind niet, die de dennen omrukt en de jachtsneeuw doet opstuiven; 't zijn de kavaliers, de kavaliers van Ekeby, oude kennissen van den woudkoning. Hij herinnert zich den nacht nog wel toen Fuchs en Beerencreutz op den loer zaten bij de schuur op de hoeve van den boer van Nygaard, waar men een bezoek van hem wachtte.

Waar gaat ge toch heen?" "Wij zoeken," antwoordden zij: "we hebben al twee dagen lang gezocht. Wij zullen ook vandaag nog zoeken, en dan kunnen wij het niet langer uithouden. Wij willen het Björnebosch doorzoeken en de met dennen begroeide heuvels ten westen van Ekeby." De stoet is van Nygaard uitgegaan, een armoedig dorpje tusschen de oostelijke bergen.

Nog ééns wilde hij 't volk zien, het arme, hongerige volk van Löfsjö, dat hij verlangd had te helpen, toen hij bij den schandeheuvel zat van den predikant van Broby, en dat hij had liefgehad toen hij het in den nacht had zien wegtrekken met 't doode meisje van Nygaard. De godsdienstoefening was begonnen, toen hij bij de kerk kwam. Hij sloop naar boven naar de galerij en zag neer op het volk.

Uit ieder huis kwamen menschen, om zich bij den stoet aan te sluiten. Dan gebeurde het vaak, dat een nieuw aangekomene vroeg: "Mannen van Nygaard, waarom is dit alles? Waarom liet men dit mooie meisje alleen gaan op eenzame wegen? 't Bosch is groot en God had haar het verstand ontnomen." "Er is niemand, die haar kwaad doet," antwoordden ze dan, "en zij doet niemand kwaad.