United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij wezen alleen den schuldige aan voor den God der wrake. "Als wij U niet goed gediend hebben, dan is het de schuld van dien man. Wees barmhartig, Heer! en laat hem alleen lijden. Wij teekenen hem met onteering en schande. Wij zijn niet één met hem." 't Werd spoedig gebruik, dat ieder, die voorbij de pastorie ging een takje op den schandeheuvel wierp. "God en menschen mogen 't zien," dachten zij.

"Hem bekoort de gedachte aan de warme hutten, die hij de armen zal helpen bouwen." De predikant ziet neer op de kleine gebouwtjes die hij met de stokjes van den schandeheuvel heeft zitten bouwen. Hoe langer hij met Gösta praat, hoe meer hij overtuigd wordt, dat deze gelijk heeft. Hij heeft altijd plan gehad om goed te doen, als hij maar eerst genoeg had. Hij houdt de gedachte krampachtig vast.

Daarop stond hij op en ging heen. En weer werd het drukkend stil in de woning van de kavaliers. Maar voor ieder van hen lagen een paar takjes van den "schandeheuvel". En van die takjes klonken allerlei akelige vragen: "Waar is de Majoorske? Wat is er van Ekeby's eer en macht geworden? Waarom is kapitein Lennart vermoord? Waar is de rijkdom van Löfsjö?"

Hij had misschien gewenscht zich te beteren, sinds de oude Freule bij hem geweest was, maar nu kon hij 't niet. Hij wilde niet tot beterschap gedwongen worden. Maar langzamerhand werd die schandeheuvel hem toch te machtig. Hij moest er aanhoudend aan denken, en de overtuiging, die allen koesterden schoot ook wortel bij hem. Dat was toch een verschrikkelijke getuigenis, dat werpen met dorre takken!

"Ook ik veracht den man, die Gods toorn over ons bracht." De oude gierigaard merkte spoedig dien heuvel daar aan den weg. Hij liet hem wegnemen sommigen beweerden, dat hij er zijn keukenvuur mee stookte. Maar den volgenden dag lag er een nieuwe schandeheuvel en zoo gauw hij dien weg ruimde kwam er een nieuwe. Die dorre takken lagen daar en riepen: "Schande! Schande over den predikant van Broby!"

En als ik nu 't geld van mijn vader gevonden had, zou ik Ekeby weer opgebouwd hebben. Maar toen ik niets anders vond om mee te nemen, nam ik een paar takjes mee van mijn vaders schandeheuvel; want mij wacht groote schande, als mijn meesteres thuiskomt en mij vraagt wat er van Ekeby geworden is." "U moet u geen dingen aantrekken, waar u geen schuld aan hebt," antwoordde Beerencreutz.

Maar op 't zelfde oogenblik zien ze beiden naar den schandeheuvel. "Gösta," zegt de oude, "voor dat alles zijn de krachten noodig van een jong mensch en ik zal spoedig sterven. Dat daar vermoordt me." "Ruim het weg!" "Ach! hoe kan ik dat!" Gösta treedt dicht op hem toe en ziet hem scherp in de oogen. "Bid God om regen," zegt hij. "U moet aanstaanden Zondag spreken. Bid dan God om regen!"

In den hoek waar de wegen uiteen loopen lag spoedig een hoop stokjes en stroo de schandeheuvel voor den predikant van Broby. Dat was de geheele wraak van het volk. Niemand hief zijn hand op tegen den predikant of zeide hem een boos woord. Hun harten vol wanhoop en vertwijfeling, werden verlicht door het werpen van een dorren tak op den heuvel. Zelf namen zij geen wraak.

Hij lette steeds op den heuvel, telde de takjes, die er elken dag bij kwamen, en de gedachte daaraan breidde zich uit en verdrong alle andere gedachten. Die schandeheuvel brak zijn kracht. Iederen dag moest hij den menschen meer gelijk geven. Hij verviel en werd een oud man in een paar weken. Hij had berouw en werd ziekelijk.

Nog ééns wilde hij 't volk zien, het arme, hongerige volk van Löfsjö, dat hij verlangd had te helpen, toen hij bij den schandeheuvel zat van den predikant van Broby, en dat hij had liefgehad toen hij het in den nacht had zien wegtrekken met 't doode meisje van Nygaard. De godsdienstoefening was begonnen, toen hij bij de kerk kwam. Hij sloop naar boven naar de galerij en zag neer op het volk.