United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zoals reeds in de nieuwere Attiese blijspelen wordt de knoop door allerlei romantiese motieven gelegd: kinderen die uitbesteed zijn geweest of geroofd waren geworden en ten slotte aan een moedervlek herkend worden of aan de doek waarin ze gewikkeld waren; mensen die erg op elkaar lijken en verwisseld worden, slavinnen die vrij geborenen blijken te zijn; mensen die als dood beweend worden en dan op eens nog tot de levenden blijken te behoren.

Ook de persoon zijner helden weet hij te beschrijven tot in de kleinste détails. Hier had hij de eigen woorden van Dares om zich aan te houden. Bij Dares en zeker ook wel bij Dictys waren er een hele reeks karakteristieken te vinden van alle personen, hun innerlik zo wel als hun uiterlik, in de compendia die tot ons gekomen zijn, werken die met de nauwkeurige opgave van alle kentekenen als een soort offisiële pas. Het is waarschijnlik een soort uitvinding der rhetoren, net als de nauwkeurige beschrijvingen die men er plezier in had van kunstwerken te geven, dergelijke voorstellingen van de optredende personen door een korte opgave van uiterlike en innerlike trekken kennen trouwens ook de IJslandse sagen. Van Grieken zowel als Trojanen worden door onze exacte, realistiese geschiedschrijvers de eigenaardigheden, maar ook de ondeugden opgesomd. Helena heeft een moedervlek, Briseis wordt enigsins ontsierd door haar samengegroeide wenkbrauwen, en er is ook iets niet in orde met Priamus die enigsins vreemd spreekt. Neoptolemos heeft een te dikke buik en grote ronde ogen; die had de rechten bestudeerd en kon verzen maken; de kleine dikke roodharige Aeneas is wel verstandig, maar denkt altijd 't eerst aan zijn eigen voordeel. Paris die anders zo schoon is, loopt toch met een enigsins kromme rug. Zelfs van Hektor kan men bij Dares lezen dat hij scheel is en stottert. En zo moet ook de trouvère wel in alle eerlikheid toegeven dat zijn lievelingsheld »wel iets schoner had kunnen zijn" en dat hij niet alleen iets of wat stotterde maar ook aan beide ogen scheel zag, »wat hem toch volstrekt niet misstaat" haast hij zich er bij te voegen. En niettegenstaande al die kleine gebreken houdt hij de baronnen van de 12de eeuw toch al die Grieken en Trojanen voor als de typen van »hoofsheid" en ridderlikheid. De trouvère wil juist in zijn gedicht de grotere beschaving der Grieken als een ideaal zijn tijdgenoten voorhouden. Hij doet b.v. uitkomen hoe daar in de oude tijd de gezanten zeker konden zijn dat ze nooit overlast zouden lijden, iets wat hun in de Franse »chansons de geste" voortdurend overkomt. Hij prijst Achilles in tegenstelling met de baronnen der heldenpoëzij daarvoor, dat hij nooit n

Zeeg'nend zweven onze schreên Om het schoonste bruidsbed heen. Groeien, bloeien, jaar op jaar, Zal het kroost van 't edel paar; Eeuwig bind' de teêrste trouw Deze drie paar man en vrouw; En de spruiten van hun bed Blijven vrij van elke smet; Hen ontsier' geen moedervlek, Geen misvorming of gebrek, Dat een ouder in zijn kind, Schriklijk ducht en gruwlijk vindt!

Maar die vorm van het motief, waarin de middeleeuwse ridderromans het behandelen de Franse »roman van de violette moedervlek", »de Graaf van Poitiers", de »roman van Rozenvlek", de Duitse »roman van de twee kooplieden" heeft de eigenaardigheid dat een weddenschap of in elk geval een dispuut tussen de man en diens vrienden over de trouw zijner echtgenoot het uitgangspunt vormen; het »bewijs" dat de lasteraar haar gunst genoten zou hebben is dat hij weet aan te geven waar zij een moedervlek op 't lichaam draagt, of haar slaapkamer kan beschrijven of een ring van haar kan vertonen.

Het is curieus, amice, en ik denk dat het ook ú wel eens opgevallen moet zijn, hoe men soms uren lang tegenover eene dame kan gezeten hebben, zonder daarna te kunnen zeggen of hare oogen blauw dan grijs waren, of het tipje van haren neus naar den hemel dan naar de aarde wees, en of zij al dan niet eene moedervlek op de rechter wang had terwijl een ander maal het gansche beeld eener vrouw ons met eenen enkelen, vliegend snellen oogopslag, onuitwischbaar in het geheugen staat geëtst........ Met dien éénen blik had ik gezien dat het jonge meisje daar tegenover mij rijzig en krachtig gebouwd was haast even lang als ikzelf: dat zij een prachtig buste, eene matte, doch gezonde tint, een kuiltje in de blanke kin, en regelmatige, hoewel ietwat forsch gesneden trekken had; dat zij bruin van oogen en blond van haar was, en dat zij bloedkoralen oorbellen droeg.

De »Graaf van Poitiers" is de oudste, nog vrij ruwe versie, de »Roman van de violette moedervlek", de fijne ridderliker bewerking. De koning van Frankrijk houdt een feest voor zijn hof en zijn baronnen. Een edelman, een intrigant, graaf Lysiart van Forest, spot met zijn vertrouwen en beweert dat hij binnen korten tijd het bewijs zal brengen dat hij de liefde der schone genoten heeft.

Als de een de moedervlek van zijn liefje teeder kust, een tweede zich door het gezwel zijner Agna bekoord gevoelt, als een vader van zijn schelen zoon zegt, dat hij lonkt, wat is dit anders, zeg ik, dan klinkklare zotheid? Men moge herhaaldelijk verkondigen, dat het zotheid is; toch is het die zotheid alleen, welke de vriendschapsbanden zoowel knoopt als in stand houdt.

Terwijl hij te bed lag om te genezen van zijne wonden, kreeg hij bezoek van de dankbare Griana, die hem aan een moedervlek op zijn gelaat en door de mededeeling, dat hij een vondeling was, als zoon herkende. Toen de Keizer haar verhaal hoorde, nam hij Palmerin vol vreugde tot zich, en hij erkende hem als zijn opvolger.

Zij ontvangt hem zeer vriendelik en geeft hem een kamer op het slot, maar wanneer hij woorden van liefde loslaat, wijst zij hem eens voor altijd af. Maar Oriaut heeft een sluwe oude kamenier; de graaf weet haar om te kopen dat zij hem door een gat laat kijken terwijl de schone een bad neemt. En nu ziet hij dat zij een violette moedervlek op haar ene borst heeft.