United States or South Africa ? Vote for the TOP Country of the Week !


Ja alles lachte en juichte op hare schreên Bij elken stap kon zy op bloemen treên, Zy las de vreugd op ryke zegebogen, Zy zag voor haer de ridderen gebogen, En echter blonk de gramschap in hare oogen Want by dien prael; waer niets te ontbreken scheen, Ontbrak het hart de stem des volks alleen,

Zeeg'nend zweven onze schreên Om het schoonste bruidsbed heen. Groeien, bloeien, jaar op jaar, Zal het kroost van 't edel paar; Eeuwig bind' de teêrste trouw Deze drie paar man en vrouw; En de spruiten van hun bed Blijven vrij van elke smet; Hen ontsier' geen moedervlek, Geen misvorming of gebrek, Dat een ouder in zijn kind, Schriklijk ducht en gruwlijk vindt!

Of, als de nacht zijn zilvren nevelen spreidde, Het veld, de stroom, in vollen vrede sliep, Dan was het of daar uit der wateren diep, Waarin de volle maan mijn schreên geleidde, Een weemoedvolle stem van vroeger tijden Uw naam aan 't nachtelijke landschap riep."

Geen dalen, waar menschen wonen, Geen massa, maar héél alleen, Waar de starren de sneeuwtoppen kronen En elk wandelt in de eigen schreên. Waar de wateren verwonderlijk zingen Onder 't blinkende kleed van de sneeuw, En zij dalen er dagen na dagen En zij dalen er eeuwen in eeuw.

Hoe vaak plagt Wim, al kloek van leên, Schoon naauw zijn vijftiende ingetreên, Des achternoens in u te duiken, Om ruikers voor de schouw te pluiken, En de oogen maar uit joks te luiken, Als Roeltjen kwam met stille schreên. Het aardig kind van zeven jaren, Een wolk van frisschen levenslust, Wou hem verrassen in zijn rust, En trok hem bij de blonde haren, En werd gegrepen en gekust.

Wat ruischt er zoo spade Door 't beukenloof heen? 't Zijn fluistrende stemmen En krakende schreên: Daar flikkren de vlammen Door 't lommerig bosch, Daar weemlen gedaanten In wonderen dosch. 't Zijn wilde Zigeuners: Een rustloze schaar, Met bliksemende oogen, Met fladderend hair; De Nijl heeft het eerste Hun voeten besproeid, De hemel van Spanje Hun voorhoofd verschroeid.

Veracht den Hoogmoed en 't Vooroordeel! Sta Rede en Waarheid U ter zij! Blijv' stille Needrigheid op al uw schreên U bij, En wacht alleen van Deugd en zuivre Oprechtheid voordeel! Zoo smaak dan voorspoed, vrede en roem! Zoo blijv' de zoetste vreugd u op uw weg bejeegnen! En o! pluk méer op aard dan huldes morgenbloem God zal uw levensloop en Keith uw liedren zeegnen!

Zoo scheidden de beiden; en, na zijn moedig strijdros bestegen te hebben, reed de ridder door het woud weg. Koning Jan. 'k Wil u iets zeggen, vriend: Het is een echte slang op mijn weg; Want waar ik ooit mijn voeten zetten mag, Dáár ligt hij voor mijn schreên. Verstaat ge mij? Koning Jan.