United States or Liberia ? Vote for the TOP Country of the Week !


Een jaar of vijf, zes werkte Marcel nu reeds aan dat beroemde doek, dat volgens zijn bewering de Doortocht door de Roode Zee moest voorstellen, en een jaar of vijf, zes reeds weigerde de jury hardnekkig dit kleurrijke meesterwerk.

"Zij is niet mooi!" antwoordde Rodolphe, toen de deur voor zijn neus gesloten was. "Maar wat nu?" zeide hij, toen hij weer op straat was. "Als ik eens naar Colline ging? Dan zouden we eens lekker over Marcel kunnen kletsen."

Ik weet heel goed, wat ik zeg." "Welnu, dan kunnen we het op een accoordje gooien," meende Marcel; "blijf bij me, ik lever de woning en jij levert de meubelen." "En de huur?" vroeg Schaunard. "Daar ik nu geld heb, betaal ik ditmaal; den volgenden keer is het jouw beurt. Denk er eens over na."

Marcel, die nog volkomen helder was, stond op, om afscheid te nemen. Schaunard echter ontdekte, dat er in een flesch nog wat brandewijn was, en verklaarde, dat het nooit middernacht kon zijn, zoolang er nog een druppel in het glas was. Colline zat schrijlings op zijn stoel en bromde binnensmonds. "Maandag, Dinsdag, Woensdag, Donderdag...."

Dat is vijf francs, die zeker binnenkomen." "En ik," zeide Marcel, "zal een Burchtruïne aan den ouden Médicis gaan verkoopen. Dat maakt ook vijf francs en als ik tijd heb, om er nog drie torentjes en een molen bij te kladden, misschien wel tien; dan zijn we aan ons budget."

In mijn hôtel garni hebben ze mij de deur gewezen, omdat ik in een maand geen huur betaald heb. Ik weet niet, waar ik heen moet." "Duivels," zeide Marcel hoofdschuddend; "wij staan bij den huisbaas ook niet erg in den pas, en een aanbeveling van ons zou je eer schaden dan nuttig zijn." "Maar wat moet ik dan beginnen? Ik weet werkelijk niet, waar ik heen moet."

"Prachtig!" zeide Marcel, die dit zag, "hij heeft zijn anker uitgeworpen." "Phémie, hardvochtige Phémie!" zuchtte Schaunard; "wat heb je me aangedaan!"

"Heeren," ging Marcel voort, "u hebt mij gisteren avond een souper aangeboden, laat mij u nu hedenmorgen een dejeuner aanbieden, niet bij mij, maar bij u," voegde hij eraan toe, terwijl hij Schaunard zijn hand toestak. Na afloop van het dejeuner vroeg Rodolphe het woord. "Heeren," zeide hij, "staat mij toe, dat ik u verlaat ...."

In dien tijd bezochten Gustave Colline, de groote wijsgeer, Marcel, de groote schilder, Schaunard, de groote musicus, en Rodolphe, de groote dichter, zooals zij elkaar onderling noemden, geregeld het café Momus, waar zij, omdat men ze altijd samen zag, den bijnaam van de "vier musketiers" gekregen hadden.

De door Schaunard voorgestelde omelette soufflée werd na zorgvuldig onderzoek afgestemd, evenals de witte wijnen, waartegen Marcel in verzet kwam in een krachtige improvisatie, die zijn oinologische kennis duidelijk aan het licht bracht. "De eerste plicht van een wijn is rood te zijn," riep de kunstenaar uit; "laat me met rust met jullie witte wijnen." "En de Champagne dan?" merkte Schaunard op.