United States or Lithuania ? Vote for the TOP Country of the Week !


Médicis liet zich in den fauteuil vallen en wilde enkele opmerkingen omtrent de hardheid ervan maken, toen hem nog juist bijtijds te binnen schoot, dat hij zelf dien indertijd met Colline geruild had voor een beginselverklaring, welke hij verkocht had aan een Kamerlid, dat de gave der improvisatie miste.

Colline klom op een tafel en nam de houding van Harpokrates, den god van het zwijgen, aan. "Ga verder, Médicis," zeide Marcel en wees op zijn schilderij: "Ik wil u de eer laten zelf den prijs van dit werk, dat eigenlijk onbetaalbaar is, te bepalen." De Jood legde vijftig nieuwe daalders op de tafel neer. "Dat is de voorhoede," zeide Marcel; "en wat verder?"

De Medicis, dien wij daar voor ons zien, is Kosmo III, zoon van den Groothertog Fernando, en de heeren, die aan weerszijden van hem wandelen, zijn de Burgemeester Andries De Graeff, die van de reizen, welke hij, op 't voorbeeld der meeste jongelieden van goeden huize, in de dagen zijner jeugd naar Frankrijk en Italië deed, zooveel van de taal van Petrarca onthouden heeft, dat hij zich nog verstaanbaar daarin kan uitdrukken en de Heer Albertus Benzi, de voorname Amsterdamsche koopman, die, Italiaan van afkomst, groote zaken doet met zijne stamgenooten, de belangen van de Medicissen en andere doorluchte Florentijnsche geslachten te Amsterdam waarneemt, en thans den Prins tot gids en tolk verstrekt.

Toen hij mijn munt zag, viel hij bijna flauw: dat was de eenige, die nog aan zijn collectie ontbrak. Hij had al in alle landen laten zoeken, om die leemte aan te vullen, en had reeds alle hoop op succes verloren. Hij aarzelde, toen hij mijn Carolusdaalder goed bekeken had, dan ook geen oogenblik om mij vijf francs te bieden. Médicis stiet mij met zijn elleboog aan, zijn blik vulde de rest aan.

"Een nobel Heer, die Prins van Medicis," zegt Vondel, na hun vertrek, tegen zijn vriend den kunstenaar: "zie, onze groote Heeren hier zijn brave, eerbiedwaardige mannen, en toonen zich bij wijlen ook wakkere Mecenaten; maar toch ontbreekt hun iets, dat deze vreemdeling bezit." "Wat dan?" vraagt meester Dirck, verwonderd. "Wat? het echte kunstgevoel," antwoordt Vondel, spijtig voor zich ziende.

Maak de stapeltjes gelijk, rond de som af en ik zal u Leo X noemen, Leo X bis." "Ziehier mijn laatste woord," antwoordde Médicis; "ik doe er geen sou bij, maar ik bied u alle vier een diner aan, wijn zooveel als u lust, en bij het dessert betaal ik in goud." "Niemand meer?" brulde Colline en sloeg driemaal met zijn vuist op tafel. "Eenmaal, andermaal; niemand meer? ten derden male!"

Voor dezelfde een rekening bij den apotheker betaald 75 francs Idem idem bij de melkvrouw . . . . 3 fr. 85 c. Enz. enz. Uit deze aanhalingen ziet men duidelijk hoe uitgebreid de handelsbetrekkingen van den Jood Médicis waren, die, niettegenstaande zijn wijze van zaken doen niet steeds door den beugel kon, nog nooit door iemand lastig gevallen was.

"Dat ding is nauwlijks dertig sous waard," zeide Rodolphe met een minachtenden blik op de vondst van zijn vriend. "Dertig sous, goed gebruikt, kunnen veel uitwerken," antwoordde Marcel. "Met twaalfhonderd man heeft Napoleon tienduizend Oostenrijkers verslagen. Handigheid weegt tegen het getal op. Ik ga dadelijk den Carolusdaalder bij den ouden Médicis wisselen.

Alle producten der natuur, alle voortbrengselen der kunst, alles wat voortkomt uit de ingewanden der aarde en het brein der menschen alles was voor Médicis een handelsobject. Hij schacherde in alles, absoluut in alles, wat maar bestaat, hij werkte zelfs in het denkbeeldige. Médicis kocht n.l. denkbeelden, hetzij om ze zelf te exploiteeren, hetzij om ze weer te verkoopen.

"Mijnheer Marcel," zeide Médicis, "u weet heel goed, dat mijn eerste woord ook altijd mijn laatste is. Ik geef geen sou meer. Denk eens goed: 50 daalders, dat is 150 francs. Dit is een heele som, wat?" "Maar te weinig," antwoordde de artist; "alleen aan den mantel van Pharao zit voor meer dan vijftig daalders kobalt. Betaal tenminste het maakloon.