United States or Isle of Man ? Vote for the TOP Country of the Week !


Beneden in het dal bij Bex, tusschen de hooge walnoteboomen, bij een kleinen, snelvlietenden bergstroom, woonde de rijke molenaar; het woonhuis was een groot gebouw en had drie verdiepingen met kleine torentjes, die met hout bedekt en met zinken platen belegd waren, welke in den zonne- en maneschijn glinsterden.

Er zyn halve torens, en ... torentjes. De geestdryvery die torens meende te moeten zetten op de gebouwen die opgericht werden ter-eere van dezen of genen heilige, duurde niet lang genoeg om ze te voleinden, en de spits die de geloovigen naar den hemel moet wyzen, rust, gewoonlyk een paar omgangen te laag, op de massieve bazis, 'tgeen denken doet aan den man zonder dyen op de kermis.

Van verre groetten en volgden u zijne sierlijke torentjes; met verbazing dwaalde de blik langs de eindelooze treden van een reuzentrap, naar den overigens weinig indrukwekkenden burcht voerende; en de aanblik van de titanische rots deed u den koortsigen arbeid der menschen, het brullen van den stoom, het gefluit en gestamp der afschuwelijke machines, vergeten.

De toren stortte neder in 1580. «Dit was de ruine van den tempel, want het koor viel ook inDe herstelling begon in 1593. Het metselwerk van den toren was in 1613 geheel opgemaakt. In 1635 zette men op den toren «eene spits van 100 voeten, met vier kleyne torentjes, elk 20 voeten hoogHENDRIK VAN HAEREN, pastoor der parochie van 1696 tot 1712, stelde een verslag over al die werken op.

Doch de Nethe lag er tusschen, ze liep op haar laagst; een beeksken tusschen gladde buiken glanzend slijk. Hij stroopte zijn broek boven de knieën, stak in elke broekzak een schoen en waadde door de lage rivier. Achter een groene vijvergracht, waarin oude boomen lagen neergeveld, rees de ouderwetsche schuur, met torentjes bezijds op.

Recht voor de inkomende reiziger verhief het graaflijk paleis zich statig met zijn torentjes boven de lagere gebouwen die het omringden. Een stenen trap aan welkers voet twee zwarte leeuwen rustten, ging tot het eerste verdiep op en gaf ingang tot een lange reeks vierkante zalen.

Op het grootste der torentjes stond een windwijzer, een pijl, die een appel doorboord had: dat moest aan het schot van Tell herinneren.

Bij het verlaten van het station rijdt de trein tusschen de ruïnen van twee inlandsche forten en tusschen verschillende kampementen of dorpen, het best met arabische doears te vergelijken. Rechts trekt een vrij hooge tumulus de aandacht; verder ziet men overal eene menigte kleine torentjes van leem, die eene hoogte bereiken van omstreeks drie meter.

De geheele baai gelijkt op een fjord; maar de oevers rijzen niet steil omhoog, maar zwellen zachtjes aan tot lage bergen en zijn tot aan den waterspiegel met bosch bedekt. Maar juist als daar vertakt de baai zich in vele zijarmen, en overal kijken uit het groen de witte huizen en torentjes.

Vier kleine torentjes, den vorm hebbende van peperbossen, staken boven het dak uit, hetwelk eenvoudig met riet gedekt was. Het was echter niet binnen dit gebouw dat zich de nieuw aankomenden begaven.