United States or Malawi ? Vote for the TOP Country of the Week !


"Maar," ging Colline voort, "wat het ellendige argument, waarvan mijn tegenstander, door gebruik te maken van uw eersten schrik, een wapen smeedt tegen Carolus, geheel ontzenuwt: genoemde Carolus is een Platonisch wijsgeer." "Platonisch, wat beteekent dat?" vroeg Phémie. "Dat is de ziekte van mannen, die een meisje niet durven zoenen," antwoordde Mimi.

"Arme jongen," vond Mimi; "hij is zoo jaloersch!" "Dat is zoo," zeide Rodolphe; "hij en ik zijn leerlingen van Othello." Eenigen tijd later kwamen werkelijk Schaunard en Phémie Klad in hetzelfde huis als Rodolphe en Marcel wonen. Van af dien dag sliepen alle andere bewoners op een vulkaan en zegden na afloop van het kwartaal gezamenlijk de huur op.

Schaunard gaf, in zijn woede over die terechtwijzing, Phémie, die hij op een aanval op zijn saus betrapte, bovendien nog onder de tafel door een trap. "Nog een vraag," zeide Rodolphe; "wat is zijn positie in deze wereld? Waarvan leeft hij? Hoe heet hij? Waar woont hij?" "Zijn positie is zeer eervol; hij is leeraar in alle mogelijke vakken bij een rijke familie.

"En ik in sardientjes met boter," voegde Musette eraan toe. "En ik in radijs," zeide Phémie, "met wat vleesch erom heen." "Zeggen jullie nou maar dadelijk, dat je een souper wilt hebben," merkte Marcel op. "Dat zou heusch zoo'n gek idée niet zijn," antwoordden de vrouwen. "Kellner, breng alles boven, wat voor een goed souper noodig is," zeide Colline ernstig.

"Herinner je je nog, hoe wij verleden jaar dien avond gesmuld hebben?" "Waarachtig zeker, bij Momus. Barbemuche heeft toen betaald. Ik had nooit kunnen denken, dat een zoo tenger meisje als Phémie zooveel worstjes naar binnen kon werken." "Hoe jammer, dat Momus onze vrijkaarten heeft ingetrokken," zeide Rodolphe. "Helaas!" antwoordde Marcel. "De dagen volgen, maar gelijken niet op elkaar."

En past het bovendien jongemannen, zooals wij zijn, de vrouwen zoo te behandelen, alsof wij afgeleefde en gerimpelde grijsaards waren? Ik zeg dit niet, omdat ik geen veertien of achttien francs ervoor over heb, om Phémie een nieuw costuum te geven, maar omdat ik bang ben, dat zij mij niet meer zal willen groeten, als zij eenmaal een nieuwen hoed heeft.

De jonge vicomte Paul snelde den dames tegemoet en geleidde ze naar de beste plaatsen. Mimi had een zeer fantastisch toilet aan. Musette was zeer uitdagend gekleed. Phémie geleek op een venster met gekleurde ramen, zij durfde bijna niet te gaan zitten. Het diner, dat twee en een half uur duurde, was zeer geanimeerd.

Toch was Phémie niet van het pad der deugd afgeweken; zij had alleen, omdat haar vriendinnen haar ieder oogenblik met den ring van roode haren plaagden, dien zwart laten verven. De "mijnheer" was met die verklaring zòò voldaan, dat hij voor Phémie een zijden japon kocht de eerste in haar leven! Den dag, dat zij die voor het eerst droeg, riep de arme meid uit: "Nu kan ik rustig sterven."

"Wanneer het namelijk nog acht dagen zoo duurt," zeide Musette en trok daarbij aan de snor van Marcel, "dan zal ik me verplicht zien een broek van je te leenen, wanneer ik uit wil gaan." "Ik moet nog vijftien francs van een solide firma hebben," antwoordde Marcel; "zoodra ik die som krijg, zal ik een vijgeblad naar de nieuwste mode voor je koopen." "En wat krijg ik?" vroeg Phémie aan Schaunard.

"Als hij terugkomt," zeide de kunstenaar, "dan dreig ik hem zijn vrouw zijn liaison met de jonge Phémie te zullen vertellen, dan zal hij wel uitstel geven." Toen de huisheer weg was, begonnen de vier vrienden weer te drinken en te rooken. Marcel was niettegenstaande zijn roes de eenige, die nog eenig besef had van wat er om hem gebeurde.