United States or China ? Vote for the TOP Country of the Week !


Zij draagt een wijden krans van wilgentakken, doorweven met wilde bloemen om haar middel en heupen en in dit fantastisch gewaad moet zij in het dorp dansende van huis tot huis gaan, terwijl elke huisvrouw een emmer water over haar uitstort en degenen, die haar vergezellen een lied zingen, dat tot refrein heeft: Oy Dodo, oy Dodole. Val, o regen! en lieflijke dauw! Oy, Dodo! Oy Dodole!

Dan draven en loopen de officieren, als herdershonden langs de kudde, en zwaaien hetzij den slakkensteker van den infanterist, hetzij de lange lat van den dragonder, hetzij een schermdegen, hetzij een sabel of een kris of wat soort van wapen ook, en schreeuwen zich buiten adem om weer een schaduw van orde te herstellen en voort te rukken naar de aangewezen plek, waar reeds andere, niet minder fantastisch uitgeruste benden zijn opgesteld.

Het volk praat dan kinderlijk-gemeenzaam met en over steenen en bloemen langs de wegen, en allerlei levende en levenlooze dingen. Op het dorp, in den blijden, gullachschen landelijken kring voelt dit raadsel zich weer het meest thuis en bij voorkeur, wij hoorden het, kleedt het veld en weiland, plant en dier, akkerbouw en veeteelt in een fantastisch gewaad.

Om u dit duidelijk te maken kan ik er op wijzen, dat ik op dien boottocht, waarvan in het vierde hoofdstuk van de Jordaan verteld is, maar één keer mee ben geweest, en toch heb ik een heele synthese van al die nachten gegeven. Wat ik daar geef, kan onmogelijk door de zinnen waargenomen zijn geweest. Dat is een voortdurend peilen en invoelen, een visionair verbeelden en fantastisch zien.

Nu vlamde het zoo zonderling, en zoo onwillig, en zoo fantastisch! En ook zyzelf stond daar zoo vreemd! En zoo spookachtig trilden de omtrekken van die gestalte... Bist du es, Erich? Femke, Femke, ik smeek je-n-om-godswil, ga niet met die vreemde mannen mee!

Niet alleen dat het landschap en de gebouwen een zuiver toskaansch karakter dragen, zelfs nog waar ze, zooals bij den Torenbouw, louter fantastisch zijn; maar ook de personen zijn, voor verreweg het meerendeel, in de kleederdracht van Florence in de vijftiende eeuw.

Als men aankomt op een avond van helderen maneschijn, vindt men een vreedzaam, stil stadje, dat er fantastisch uitziet, met ledige straten en kronkelende steegjes, gevels, die voorover hangen en terugwijkende benedenhuizen. De klokkentoren van Saint-Michel drukt als een domper op de huizen der bovenstad.

En als de maan haar fantastisch schijnsel uitgiet over de hellingen der heuvels, tot in het donkerste der bosschen en op de zachte oppervlakte der wateren hier en daar schitterende vlekken legt, is het landschap bijna bovennatuurlijk schoon.

Lampen en wierookvaten omzwierden haar. Men zag haar glazen tranen de kleuren van 't bengaalsch licht weerkaatsen, dat aan de processie een fantastisch aanzien gaf, zoodat de heilige zondares nu eens groen, dan rood, en andermaal blauw schreide.

Zij was "geheel" in haar denken en in haar voelen, maar de werkelijkheid van hare vermogens liet niet toe dat zij, in het lawaai van een fantastisch protest, een troost vond voor hare teleurstellingen.