United States or Bahrain ? Vote for the TOP Country of the Week !


In een later tijdperk van zijn leven, toen de tijd van lustige en luimige blijspelen voor hem voorbij was, zou Shakespeare nog eens hetzelfde onderwerp behandelen, nog eens den beminnenden, maar lichtgeloovigen man, de onschuldige en vertrouwende liefde en den lasterenden duivel ten tooneele brengen, maar dan zou hij tot in de diepste verborgenheden van het menschelijk hart doordringen, dan zouden de hartstochten het geheele wezen van den mensch innemen, en Othello, Desdemona en Jago zouden de hoofdpersonen zijn van een onvergelijkelijk treurspel.

"En toen is het gebeurd dat gij op elkander verliefd zijt geworden, evenals Desdemona en Othello," viel ik in met eene opwelling van wrevel, die ik niet bij machte was te beheerschen.

"En" vervolgde zij peinzend, zonder acht op zijn gloeiend gelaat te geven, "hij kwam dikwijls naar Derenberg; hij was mijn cavalier bij elke gelegenheid, tot hij een verre reis ondernam die goede ouders, zij waren bezorgd over hem, en mijn echtgenoot was de belachelijkste Othello, dien de wereld ooit zag; hij haatte den levenslustigen prins, omdat mijne lippen lachten als hij sprak, en mijne oogen, schitterden als ik hem zag, iets dat zij reeds bijna verleerd hadden; alles wat mij omgaf, droeg immers den stempel der verveling, de hemel, de aarde, de menschen, zelfs de feesten die mijn echtgenoot gaf.

Eveneens kan het balkon boven het achtertooneel op allerlei wijze gebezigd worden. In den Othello kon het eerst het balkon zijn van Brabantio's huis en later de citadel van Cyprus; in Koning Jan kon het, te zamen met de aangrenzende deelen der galerij, de muren voorstellen van Angers, van waar de burgers der stad met de aanrukkende koningen spreken, en later den toren, waar de jonge Arthur zich van nederstort; evenzoo in andere historiestukken de wallen en muren eener vesting; in Romeo en Julia het balkon van Julia's kamer; in Antonius en Cleopatra den toren, waarin Cleopatra zich heeft opgesloten en waar zij den stervenden Antonius ophijscht; in Koning Richard

Evenmin kan hier gewezen worden op de groote dichterlijke schoonheden van het wondervolle stuk. Wat hier wel opgemerkt moge worden, is, dat het fel bewogen gemoed des dichters, dat zich uit in "Othello", in "Koning Lear", in "Macbeth", dat kreten van wanhoop slaakt in "Timon van Athene", bij het schrijven van zijn "Antonius en Cleopatra" tot kalmte gekomen is.

's Avonds ging ik weder in den groote Schouwburg, doch niet meêr in het parterre; om door Talma de Othello van Shakespear te zien spelen. Het is een van de rollen, waarin hij uitmunt, nimmer zag ik hem beter; welk eene woeste en afgrijsselijke houding, en zoo ziet 'er toch een mensch, door woedende driften vervoerd, uit.

Shakespere's Othello was een Moro, een Moor, man van vrij lichte huidskleur en een fijn, smal gelaat met scherpe, semietische trekken. Mijn Moor had de voorname, afgemeten bewegingen en de beleefde spreekwijze van den beschaafden oosterling. Dan had ik veel dienst van een echten Arabier, achter wiens gewoon ezeldrijversgezicht niemand de hooge waardigheid vermoed zou hebben, die hij bekleedde.

Gelukkig, dat, nu zijn verduisterde zon ondergaat, zich een nieuwe veelbelovende dageraad aan de kim vertoont. Evenzeer als "Othello", als "Macbeth", ja, in nog hoogere mate is "Koning Lear" een onvergelijkelijk meesterstuk te noemen. Het overtreft in sombere verhevenheid alles wat ooit de dramatische dichtkunst voortgebracht heeft.

"Arme jongen," vond Mimi; "hij is zoo jaloersch!" "Dat is zoo," zeide Rodolphe; "hij en ik zijn leerlingen van Othello." Eenigen tijd later kwamen werkelijk Schaunard en Phémie Klad in hetzelfde huis als Rodolphe en Marcel wonen. Van af dien dag sliepen alle andere bewoners op een vulkaan en zegden na afloop van het kwartaal gezamenlijk de huur op.

Diep weemoedig is de indruk, dien het treurspel bij ons achterlaat door den ondergang van twee zoo edele wezens, als de trouwhartige Othello en de schuldelooze Desdemona. Niet minder somber is de stemming, die in den "Macbeth" heerscht; in geen van Shakespeare's werken komt het woord "bloed" zoo dikwijls voor.