United States or Wallis and Futuna ? Vote for the TOP Country of the Week !


De lanteernen flikkeren nog slechts zwak; de ochtendschemering breekt aan, de wind wordt frisscher, de baren werpen heur schuim over 't dek van de schepen, een felle regen valt, doch eindigt weldra, de zon verrijst in volle gloor en verguldt de toppen der golven: dat is uw glimlach, Nele, frisch als het krieken van den morgen, zacht als de straal van de rijzende zon.

Maar toen spugde Tonia den weerwolf in het gezicht en trok ze zijne haren uit, zeggende: Gij zult betalen, met zacht vuur, met gloeiende tangen: uwe oogen zal ik met mijne nagelen uitrukken! Intusschen waren al de visschers, boeren en vrouwlieden van Heist bijgekomen, als zij vernomen hadden, dat de weerwolf geen duivel, maar een man was. Eenigen droegen lanteernen en toortsen.

Intusschen had Uilenspiegel de handen van den gevangene uit de val verlost, en toen zag hij, dat drie vingeren ontbraken aan zijne rechterhand. En hij beval hem stevig te knevelen en in eene vischmand te binden. Mannen, vrouwlieden en kinderen togen toen henen naar Damme, en droegen onderwege beurtelings de benne met haar verachtelijke vracht. En anderen droegen lanteernen en toortsen.

En, aldus besluiteloos, maar dralend, zullen zij nochtans beslissen dat zij onze schepen moeten nemen, en geenszins verbranden, niettegenstaande al het leed en de schade, die zij ons daarmee zouden doen. Gij spreekt goed, antwoordde Uilenspiegel; maar ziet eens die vuren aansteken in de stad en al die lieden haastig rondloopen met lanteernen in de hand? 't Is van groote koude, zei Lamme.

Zij droegen de verslagenen mede, die zij aan de kleederen voor edelen herkenden, en kwamen aldus met hunne lanteernen bij den prins, die beraadslaagde met Frederik van Hollenhausen, met den markgraaf van Hessen en met andere heeren. Gevolgd door landsknechten, ridders met gele en groene wambuizen, kwamen zij vóór de tent van den Zwijger, luide roepend of hij hen wilde ontvangen. Hij kwam buiten.

En, met treurig hert, zag hij naar de wolken, die, als waanzinnigen, elkander achternazetten in den hemel; naar de zee, waar de branding zich als lichtende schaapkens vertoonde, en, bij den gloed van lanteernen en toortsen, naar het doodsbleeke gelaat van den vischverkooper, dewelke hem bezag met valschheid en wraaklust. En de assche klopte op zijn hert.

Toen Pieter de Roose den man zag, die nu door het licht der lanteernen beschenen was, riep hij als waanzinnig: Michielken! Michielken! En de twee beulsknechten klappertandden en fluisterden: Michielken! Heer, ontferm u onzer!

Zij worden beschouwd als de zieltjes van ongedoopte kinderen en heeten plaatselijk: divaal-, drog-, hip-, dwaas-, stallichten; drogfakkels; stalkaarsen; valsche lantarens. De Friesche benaming wylde lanteernen geldt eigenlijk over het algemeen de afgestorvenen, die geen rust kunnen vinden in hun graf.

Plotseling begon de klok van de kerk wacharm te luiden, en riep de schelle stem van een knaapje in 't dorp: Wordt wakker, gij allen, die slaapt; de weerwolf is gevangen! Hoezee! God zij gedankt! sprak Uilenspiegel. Tonia, de moeder van Betkin, Lansaem, heur man, Judocus en Michiel, heure broeders, kwamen het eerst met hunne lanteernen. Hebt gij hem vast? vroegen zij.

De graaf wilde hem slaan met zijne zweep, doch Uilenspiegel bleef op de slagen niet wachten, wegvluchtend riep hij nog: Eet lanteernen, eet lanteernen, heer graaf. Red onze landen! Op een anderen dag hield Egmond stil voor de afspanning het Bont Verken, gehouden door een lieftallige bazinne van Kortrijk, het Muizeken geheeten. De graaf stond recht op zijne stijgbeugels en riep: Is er iemand?