United States or Pitcairn Islands ? Vote for the TOP Country of the Week !


Op jammerenden toon vervolgt Zijne Heilige Majesteit tot koning Philippus: Gij weet mijn zoon, dat ik te uwen voordeele afstand doe, aan de wereld een grootsch schouwspel ga geven, en voor eene groote menigte spreken zal, hikkend en hoestend, want wederom heb ik te veel gegeten, mijn zoon, en gij zoudt een steenen hert moeten hebben, zoo gij, na mij aanhoord te hebben, niet eenige tranen wildet storten.

Gij zijt niet bang voor haar, gij zijt voor niets bang." Elisabeth kwam hem te hulp, met een nijdigen blik op Geoffrey. Zij was verschrikt en totaal verslagen, maar toch kon zij nog nijdig zien. Zij nam den jammerenden zoutzak bij de hand, en trok hem de kamer uit. Zij bracht hem naar zijn kasteel en zijn rijkdom.

Zij liepen al onder den walmuur, nu aan het Zuidwesten van de stad. Ze gingen de straatpoort door. Daar zat zoo'n gestrafte dief, de oogen verschroeid als bij een blind gebranden vink, in den zonnigen post, onder de deur weggedraaid op sterke scharnieren, zijn godsdienstig deuntje te zingen. En Johan moest neêrzien op zijn dood gezicht, achterover met den jammerenden mond.

Terwijl nu Gavroche de wassen dame, de uitstalling en de Windsor-zeep begluurde, draaiden twee knaapjes van ongelijke grootte, tamelijk goed gekleed en veel kleiner dan hij, het eene schijnbaar zeven, het andere vijf jaar oud, bedeesd de deurkruk om en traden den winkel binnen om iets te vragen, misschien een aalmoes, en wel op zulk een jammerenden toon dat het eer een smeeking dan een verzoek geleek.

Deze ernstige woorden misten hun uitwerking niet. De hoofdman staarde lang voor zich neer op den grond, en zat onbeweeglijk als een steenen beeld. Eindelijk zei hij op een bijna jammerenden toon: "Als wij niet gezworen hadden, dat wij alle bleekgezichten zullen dooden, zouden wij u en uw metgezellen waarschijnlijk loslaten; maar een gezworen eed moet men houden." "Neen.

Hij zag den vreemden officier in de sneeuw neêrzinken en den jammerenden soldaat naast hem knielen, waarop hij den voerman dadelijk gebood naar hen toe te rijden, en, bij hen gekomen, liet hij stil houden, sprong uit de slede, hoorde de laatste woorden van den graaf, en zeide met eene ongemeene vriendelijkheid, August in de Duitsche taal aansprekende: "God zij met u, mijne vrienden!

Op treurigen, jammerenden toon voegde zij er bij: "'t Is een slechte tijd, mijnheer! en hier, in deze omstreken zijn weinig welgestelden. 't Zijn allen geringe lieden, weet ge. Zoo er niet nu en dan fatsoenlijke en rijke reizigers kwamen als mijnheer! Wij hebben zoovele lasten. Onder andere, die kleine kost ons ontzettend." "Welke kleine?" "Wel, de kleine, die gij gezien hebt!

Doelloos liet zij zich voortsleepen in dien jammerenden nacht. Niemand zag zij op straat en in hare eenzaamheid van sombere duisternis, van plassende stortregen, van rukkende vlagen, overviel haar, nu zij zichzelve bewust werd, een kille ontzetting. Het was haar, of zij uit het gewone leven was weggerukt en in een sfeer vol helsche angst en rampzaligheid neêrzonk.

Toen de monnik zag, dat de koorde vastgeknoopt was en de ladder tegen den mast stond, en dat men zijne handen ging binden, zeide hij op jammerenden toon: Hebt medelijden met mij, heeren Geuzen, 't is de duivel der grammoedigheid, die spreekt in mijn hert, maar geenszins uw nederige gevangene, een arme monnik, die maar éénen hals heeft op deze wereld; genadige heeren, weest bermhertig: 't was niet gemeend; sluit mijnen mond, als gij wilt, met eene prop; aangenaam is dit niet, neen, maar om Godswil, hangt mij niet op!

Ja, schrik maar! De krachten, die van dit wonder-voorwerp uitgaan, zijn inderdaad even vreeselijk als onnatuurlijk. De magische toovermacht van de bokaal veranderde, zoo dikwijls ik hem daarin den blik liet slaan, den heldhaftigen afstammeling van Herakles, den bovenaardschen mensch, in een jammerenden bloodaard, in dien ineengezonken, gebroken man, dien ik terugvond op het dek. Gij zwijgt?