United States or Uruguay ? Vote for the TOP Country of the Week !


En echter was deze fout den dichter bij het in gereedheid brengen van zijn werk voor de pers, en bij het overlezen, zooals mij uit het gemelde exemplaar gebleken is, ontsnapt: want er kan hier geen twijfel zijn, of D. C. herstelde zijne bedoeling. IIe Zang, vs 165, bl. 20, rl 1 v. b.

In de eerste uitgave staat "Onthuld". Ik vermoed, dat de variante niet goed gelezen is, en dat de dichter er aan dacht te schrijven, met het oog op Handel. I, vs 7: "dat Gods geheimenis, Omhuld, maar in de rij der toekomst zeker is." IIe Zang, vs 468, bl. 28, rl 11 v. b. Aan 't stervend aardsch geslacht. Deze uitdrukking herinnert het "moriturus" bij Horatius Od.

Zie den Ien Zang, vs 394, volgg. IIe Zang, vs 480, bl. 28 rl 16 v. o. Elpine voerde in 't hart haar nimmer heelbren grief Door 't bloeiend palmwoud rond. Na hem voor eeuwig te hebben afgewezen, schijnt zij weder noordwaarts teruggekeerd en zoo gekomen te zijn in dezelfde streek waar het leger der Kaïnieten onder Argostan zich had neêrgeslagen.

Als bronnen zijn door mij geraadpleegd, behalve de gewone geschiedboeken: H. SOETEBOOM. Oud-Heeden van Zaanland, enz., IIe deel. W. J. HOFDIJK. Kroniek der Kennemer Vrijbuiters. C. EKAMA. Beleg en verdediging van Haarlem. A. BEELOO. Noord-Holland en de Noord-Hollanders.

I, 28, 6, II 3, 4; en het treffend gezegde eener merkwaardige fransche vrouw, op haar sterfbed: "je ne laisse ici que des mourants." IIe Zang, vs 475, bl. 28, rl 18 v. b. De wachter van het licht, heraut der uchtendstond. Had reeds door Bethurs dal den nieuwen dag verkond.

Uitdrukking van uiterste wanhoop aan den Orestes van Racine ontleend: J'étais Pour être du malhenr un modèle accompli. bien, je suis content, et mon sort est rempli Onze groote dichter schatte dit treurspel van Racine, de Andromaque, zeer hoog, en noemde het mij eenmaal "het juweel van het fransche tooneel". IIe Zang, vs 389, bl. 26, rl 6 v. b.

Eer zou ik iets min gepast vinden in het vermelden van het "staal" dat Abel zou gegriefd hebben, dat mij hier te modern voorkomt. IIe Zang, vs 190, bl. 20, rl 11 v. o. Uit de variante maak ik op, dat de dichter er over gedacht heeft "allengs meer" te schrijven, misschien daarvan teruggehouden om het in het volgend vers voorkomend "steeds meer". IIe Zang, vs 208, bl. 21, rl 8 v. b.

Hier op antwoordt, met aandoenlijke tegenstelling, wat in het 458e vers gelezen wordt: Dit zal zijn Eden zijn, dit is zijn eeuwig leven. IIe Zang, vs 455, bl. 27, rl 3 v. o. Verbeiden wij het uur, dat Gods geheimenis. Onthult, en in de rij der toekomst zeker is. Als variante wordt opgegeven: "Onthult, maar in de rij."

Het kroost der englen zal met dat der stervelingen Niet wriemlen over de aard. Met deze woorden worden niet de Paradijsgeesten bedoeld, als D. C. meent, maar de Reuzen uit de Paradijsgeesten gesproten; welke geesten hier door den minnaar van Elpine met trotsche zelfverheffing "Engelen" genoemd worden: verg. vs. 405, volgg. IIe Zang, vs 416, bl. 26, rl 6 v. o. Zijn open oog vertrok.

Men zou "betrok" willen lezen; maar de dichter kan hier eene archaïsme bedoeld hebben met verwante beteekenis. IIe Zang, vs 435, bl. 27, rl 14 v. b. Hier worden de gevolgen van de roekelooze voornemens van haar minnaar door Elpine voorzien, zooals de dichter die in zijn gedicht meende te ontwikkelen. IIe Zang, vs 449, bl. 27, rl 9 v. o. Neen, de almacht heeft voor ons uw Eden toegesloten.