United States or Ghana ? Vote for the TOP Country of the Week !


Links in den donkerblauwen hemel blonk reeds een ster, heel zuiver, heel helder, als een eenzaam, fijn juweel; rechts, in 't rood der ondergegane zon, hing een fijn schilfertje maan, als een antiek sieraad. Een bende wintervogels wiekte hoog, met fijne, schrille kreten het glanzend westen in. Wij keuvelden over diverse dingen.

Het stadhuis, een toonbeeld van den praalzuchtigen stijl der derde Gothiek, en bovendien een echt juweel, is van 1525-1580. HENDRIK VAN PEDE, van Brussel, werd gelast met het vervaardigen van de teekeningen, alsook met het besturen en bewaken van de werken. WILLEM DE RONDE zorgde voor de bouwstoffen en het beeldhouwen der steenen.

Het was een halssnoer van de fijnste paarlen, en met gouden haken versierd. "Daar," sprak hij, "ik zet deze paarlen tegen hetgeen gij van mij gewonnen hebt het schoonste halssnoer dat ooit op de borst ener Vlaamse Vrouw geblonken heeft! Zo ik ditmaal nog verlies, blijft mij geen haar van de buit over." De Breton nam het juweel in de hand en bezag het nauwkeuriglijk.

Den 16 Juli 1515 bracht men, uit «de prochie van sente Martenslierde, zekere reliquiën van den heylighen Bertolomeux, om die in de prochiekercke» van Geeraardsbergen te stellen, te verheffen en te eeren. De kas, waarin men die kostbare overblijfselen bewaart, is een zilveren juweel van groote waarde.

Integendeel, hij gaf hem den vischhaak en zeide: "Als gij dezen vischhaak aan uw ouderen broeder geeft, zeg dan tegen dien vischhaak heimelijk: 'Een ongelukkige vischhaak!" Evenzoo schonk hij Hoori den Juweel van het Stijgende Water en dien van het Vallende Water en zeide: "Als gij den Juweel van het Stijgende Water onderdompelt, zal het water plotseling wassen, en zult gij uw ouderen broeder onder water doen zinken.

Ik heb hem zelf nog leeren rijden toen hij mij als groom werd toegevoegd op zijn dertiende jaar; zijn vader was een juweel van een piqueur; dien dank ik het nog dat ik nu mijn brood kan verdienen! Wel! wel! zoo is de stal hier opgeruimd. Maar Francis! mijn engel, gij ziet er zoo ontdaan uit, daar moet meer aan vast zijn; hebt ge uw mooie rijpaardje ook al van de hand moeten doen?"

Terzelfder tijd treedt de rots, die voor de buitenwijken zich had teruggetrokken, weer meer naar den voorgrond, en rijst loodrecht omhoog, vlak boven een juweel der gothische architektuur, dat als aan haar voet schijnt ontloken. Do Onze-Lieve-Vrouwekerk is inderdaad zoo dicht tegen de rots aangebouwd, dat zij welhaast een geheel met den trotschen bergwand schijnt uit te maken.

Bij deze woorden verhelderde Lewins gelaat door een lachje, waaraan de tranen der ontroering grensden. "Heeft zij dat gezegd?" riep hij uit. "Heb ik niet altijd beweerd, dat je vrouw een juweel is! Doch nu genoeg hiervan," sprak hij met vochtige oogen en stond op. "Goed, dan, goed! maar blijf toch zitten." Lewin kon echter niet zitten.

Placida had het juweel nog onlangs in de hand genomen, misschien had zij zich er mede versierd? Hij keerde zijn oog van de dooze om zijne verloofde te groeten; maar de jonkvrouw richtte op hem eenen bijzonderen strengen blik verwijtend en zoo zonderling diep, dat Robrecht er gansch van ontstelde. Hij boog zich voor de maagd en murmelde: "Jonkver Van Woumen, ik bid u om verschooning.

"Zoo ik niets goeds breng, breng ik althans goed," zeide Daamke: "meester Barbanera heeft mij ingefluisterd, dat ik ongemerkt de kleeren van die weggeloopen deerne moest buitmaken en hier brengen. Ik heb van de drukte, die er aan den Roerdomp is, gebruik gemaakt, en hier is de buidel." "Voortreffelijk; maar wat is dat juweel, hetwelk uw broeder in de hand houdt?"