United States or Tonga ? Vote for the TOP Country of the Week !


Het was de waarheid, dat ik een troep bezat, want Capi maakte er een deel van uit, maar toch grensden mijn woorden zeer nauw aan een leugen. O, als gij dan wilt.... begon Mattia. W

Maar komt u hierbij niet onmiddellijk voor den geest, dat, door oefening, onze krachten, tegelijk met de spier zelve, ontwikkeld worden? Hebt gij den geoefende niet vaak bewegingen, voor ons volstrekt onuitvoerbaar, met eene vlugheid en juistheid zien volbrengen, die aan het ongeloofelijke grensden?

De dijk, die Maasland tegen het buitenwater moest beschermen, was niet zeer zwaar en hoog, hij werd bovendien niet voldoende onderhouden. De plicht voor dit onderhoud rustte op de bezitters van de gronden, welke aan den dijk grensden. Niet meer dan natuurlijk, zult ge zeggen. En toch ook weer niet zoo van zelf sprekend!

De volken, die aan hem grensden, noemden zich Thioth-his zonen dat is volkszonen, zij waren vrije menschen gebleven, naardien zij nimmer een koning, noch vorst, noch meester erkennen wilden, als dengene die bij algemeene wil gekozen was op de algemeene vergadering. Askar had reeds van Reintja vernomen, dat de Twisklander vorsten meest altijd met elkander in vijandschap en veete waren.

De graszoden daken dekten de gebouwen met een dikke laag aarde, die bestemd was om de kogels der aanvallers op te vangen. In het innerlijke bevonden zich eenige kamers, welke het centrale reduit uitmaakten en aan een magazijn grensden, waarin vroeger de levensmiddelen en de munitiën, voor de bezetting benoodigd, opgeborgen waren.

De tuinen van de Bloemgracht grensden echter aan die van de Leliestraat en zoo lag haar tuin vlak tegen ons tuintje. Ik zeg: haar tuin, want die was stellig wel acht maal zoo groot als ons plekje. Bij ons was er geen plaats voor hooge boomen, nauwelijks kon er een gouden regen of een sering staan. Maar in haar tuin verrezen hooge en zware kastanjes en eschdoorns.

Bij deze woorden verhelderde Lewins gelaat door een lachje, waaraan de tranen der ontroering grensden. "Heeft zij dat gezegd?" riep hij uit. "Heb ik niet altijd beweerd, dat je vrouw een juweel is! Doch nu genoeg hiervan," sprak hij met vochtige oogen en stond op. "Goed, dan, goed! maar blijf toch zitten." Lewin kon echter niet zitten.

Al deze tuintjes grensden aan het eene einde aan de rivier, aan 't andere einde aan een huis. De man met het buis en de klompen, van wien wij spreken, bewoonde in 1817 het kleinste dier tuintjes en het nederigste dier huizen. Hij woonde er alleen en eenzaam, stil en arm, met een noch jonge, noch oude, noch schoone, noch leelijke, noch boersche, noch steedsche vrouw, die hem bediende.

Maar de jonge en strijdlustige vorsten, wier landen aan zijn gebied grensden, waren niet van plan hem de verschrikkingen van den oorlog te besparen; en ofschoon hij alle mogelijke voorzorgen nam, opdat zijn rijk gevrijwaard zou zijn tegen de invallen dezer heethoofden, vervulde de voortdurende bedreiging van een aanval van één hunner, en de telkens terugkeerende binnenlandsche woelingen, zijn ouden dag met angst en ergernis.

Die eenvoudige hoofdplaats eener provincie had een oogenblik hare oude walmuren, bekroond met nuttelooze schietgaten, hare vervallen torens, te midden der stad gelegen, hare moskeeën, die aan meer moderne kerken grensden, hare kathedraal met vijf koepeldaken, die verguld en met blauwe sterren bezaaid waren, alsof zij uit een stuk van het firmament geknipt waren, in de verte vertoond; en dat alles was voorgekomen, alsof het in dezelfde waterpas gelegen was van de monding der Wolga, die daar ter plaatse eene breedte van ruim twee kilometers bedraagt.