United States or Mali ? Vote for the TOP Country of the Week !


Korten tijd daarna keerde zij echter terug en zeide tot Dakerlia: "Dit is een schildknaap van mehr Rijkaard Van Woumen, die mijnen broeder laat weten dat hij hem heden voor den middag ten zijnent zal verwachten. Ik denk er nu eerst aan, Dakerlia: gij hebt mij nog niet eens gevraagd hoe het met mijnen broeder gaat."

Maar hoe kan toch zulk onbeduidend nieuws u dermate ontstellen?" "Robrecht zal ongelukkig zijn." "Indien hij met jonkver Van Woumen trouwt?" "Ja, zeer ongelukkig." "Waarom?" "Ah, Witta, gij kent haren hoogmoed niet! Zij zal hem later de eer verwijten die zij meent hem aan te doen door hare hand hem te schenken." "Hoe toch? mijn broeder is rijker dan zij."

Het schijnt dat het huwelijk mijns broeders met Placida Van Woumen eenig beletsel ontmoet." Dakerlia zag haar als verschrikt aan en begon te sidderen. "O, hemel, wat zegt gij?" mompelde zij schier onverstaanbaar. "Spreek, spreek!" "Gij zijt zoo ontsteld, vriendinne; ik zeg immers niet dat dit huwelijk verbroken is?"

"Mijn God ... trouwen ... wat zegt gij, Witta?" stamelde jonkver Wulf, sidderend van het geweld dat zij deed om den diepen indruk dezer tijding op haar te verbergen. "Het zou voorwaar een eervol huwelijk zijn, Dakerlia. Mher Rijkaard Van Woumen is een zeer geacht ridder en uiterst machtig bij den graaf." "Maar die Placida, kent gij haar, Witta?" "Zeker. Men roemt hare schoonheid.

Dan zouden de Erembalds in Rijkaard Van Woumen niet eenen machtigen vriend, maar eenen onverzoenbaren vijand vinden, en hij, Robrecht, zou misschien de schuld van der Keerlen verderf zijn. Deze gepeinzen sloegen hem met droefheid en spoorden hem aan tot eindeloos geduld.

Placida Van Woumen is schoon; er is goedheid in haar hart. Wie weet? misschien zal ik haar de liefde kunnen schenken die zij verdient...." In Dakerlia's oogen, welke zij nu ontdekte, vlamde een vreemde blik. De ridder begreep hem niet, doch deinsde er van terug en bleef vragend op de maagd staren. "Placida?" riep zij, "Placida zal u ongelukkig maken, arme Robrecht!" "Hoe kunt gij het weten?"

De Kerels zullen den graaf dienstbaar gemaakt worden, en willen die vermaledijde Blauwvoeten den nek onder het juk niet buigen, welnu, dan zal men ze vernietigen en hun land met een min onplooibaar ras bevolken." Rijkaard Van Woumen schouwde ten gronde en schudde kommervol het hoofd.

Het geheim dat, eilaas, tegen mijnen wil mij is ontsnapt, zal ik opsluiten in mijn lijdend hart. Wees gelukkig, Robrecht.... O, mijn God, Placida Van Woumen uwe vrouw! Ik zou ze zien aan uwe zijde, op de plaats die.... Zinnelooze droom die mij de zinnen ontstelt! Vaarwel, mher Sneloghe; bekreun u niet om mij: laat mij ziek worden, verkwijnen, sterven!"

"Ik geloof inderdaad, Disdir, dat mijn huwelijk met jonkver Van Woumen het u gemakkelijker zal maken de hand van Dakerlia te bekomen. Dit gezegde kwetse u niet. Gij weet dat Dakerlia bijna van kindsbeen af met mijne zuster Witta is opgevoed geworden. Geen wonder diensvolgens dat er allengs een gevoel van wederzijdsche genegenheid in ons is ontstaan, zonder dat wij het zelven wisten ..."

De hand tot Robrecht reikende, sprak hij: "Ha, mher Sneloghe, laat mij toe u geluk te wenschen over uw schitterend huwelijk met jonkver Van Woumen." "Mijn huwelijk is verbroken", antwoordde de jonge ridder. "Gij schudt het hoofd en gelooft mij niet, Burchard? Placida heeft mij mijne beloftegift teruggegeven."